1) een stuk land, groot een sester, van Goeswinus en Margare-ta, kinderen van wijlen Hesselinus Wesselenssoen, gelegen in de parochie van Erp op een plaats genaamd op Empeldonck, tussen de erfgoederen van Gertrudis van Boerdonck aan de ene zijde en dat van Johannes van den Beuctken aan de andere zijde;
2) uit en van een huis, erf en tuin van dezelfde Goeswinus, gelegen in genoemde parochie op een plaats genaamd in die Brake, tussen de erfgoederen van Arnoldus die Helter aan de ene zijde en dat van Elizabeth Wesselens aan de andere zijde, welke pacht Gertrudis gekocht heeft van Goeswinus en zijn zuster Margareta. Datum: vicesima septima die mensis aprilis, feria tertia post dominica qua cantatur Quasi modo, anno Domini millesimo qua- drigentesimo septuagesimo tercio. Latijn; schepenzegels verloren. Inv.nr. 1077, 1473 april 27 i
1) een stuk land, groot een sester, van Goeswinus en Margare-ta, kinderen van wijlen Hesselinus Wesselenssoen, gelegen in de parochie van Erp op een plaats genaamd op Empeldonck, tussen de erfgoederen van Gertrudis van Boerdonck aan de ene zijde en dat van Johannes van den Beuctken aan de andere zijde;
2) uit en van een huis, erf en tuin van dezelfde Goeswinus, gelegen in genoemde parochie op een plaats genaamd in die Brake, tussen de erfgoederen van Arnoldus die Helter aan de ene zijde en dat van Elizabeth Wesselens aan de andere zijde, welke pacht Gertrudis gekocht heeft van Goeswinus en zijn zuster Margareta. Datum: vicesima septima die mensis aprilis, feria tertia post dominica qua cantatur Quasi modo, anno Domini millesimo qua- drigentesimo septuagesimo tercio. Latijn; schepenzegels verloren. Inv.nr. 1077, 1473 april 27