Archieven

172 In den naeme Godts almachtigh Amen
Bij den inhouden van desen tegenwoordighe instrumente sij kennelijck eenen iegelycken dat op huiden den tweeden dagh der maent april int jaer onser Heeren ende saelicghmaecker Jesi Christi sestien hondert ende vijfthien onder het pausdom van onsen H. Vader Paulus sa.
Voor notaris Gerard Kempen is verschenen d’eerbaere Catharina dochter wijlen Dirx Heeren verwekt bij Adriana dochter van Wouter van Lith en woonachtig te ’s-Hertogenbosch. Zij vermaakt een rente van 25 gl. uit een meerderre rente van 50 gl. op de Staten van Brabant verschijnende op 2 mei en 2 november verzegeld Margriet weduwe van Wouter van Lith met de achterstel van die onbetaalde rente sinds haar overlijden en renten die komen zullen van de verkoop van drie mudden rogge, door de colllators of provisoren uit te reiken t.b.v. een, twee of meer scholieren alhier of in een of andere Rooms Katholieke Universiteit en uit te geven aan schoolgeld voor kinderen die ter schole gaan; idem een erfpacht van van drie mudden rogge te Roij waarvan de kooppenningen zullen worden belegd voor studenten of scholieren en schoolgeld of boeken; idem begeert zij dat de collecteurs voor het ontvangen der genoemde renten de 10e penning wordt betaald; idem benoemt zij als dochter van wijlen Hendricx Heeren tot executeurs van haar testament de Eerwaarde Heer en Mr. Joost Bungelaer presbiter verbonden aan de Sint Jan te ’s-Hertogenbosch en machtigt hem acties, schulden en kredieten te verkopen t.b.v. de voldoening van haar testament , ondertekend door Catharina Heeren, Petrus van Houten presbiter, Aert van Balgoijen en lager stond Geraerdt Kempen openbaar notaris bij de Raad van Brabant geadmitteeerd.

169 Linksboven: Gesteld in de handen van den professor Schuijl dd. 24 juli 1657 ondertekend door Brakell en J. van der Hooghen – aan de Edele Mogenden heren gecommitteerden van de Raad van State der Verenigde Nederlanden tegenwoordig te ’s-Hertogenbosch; Geeft onderdanighlick te kennen Jillis van Couendael hoe dat hij suppliant als sijnde van de naeste ut den bloede van Ivo Gerits fundateur van sekere vicarije oft beurse met het inkomen der selver is begiftight, om door behulp van dien sijne studien te vervorderen (gelijck de selve vicarije ofte beurse tot de studien gefundeert en altijt gebruijckt is geweest volgens attestatie) twelck oock haer Ho: Mo: hebben geapprobeert, geven hem supp: [suppliant] expresse acte, in welcke Florentius Schuyl (ontvanger generael van de beursen ofte beneficien tot de studien gefundeert) utdruckelick wort belast, aen hem supp: het volle inkomen der selver beurse ofte vicarije jaerlicks ut te reicken, doch dit niet tegenstaende soo heeft den rentmr. Pieter Schuyl den voorsc: ontfanck tot sich getrocken, inhoudende daer en boven een derde part vant voorsc: inkomen tot des supp: gans gedienstelick dat U Ed: Mo: den rentmr. Pieter Schuyl gelieft te gelasten sigh met de voornoemden ontfanck voortaen niet meer te bemoeijen.

167 Extract vuijt den staet ende register van der geestelijcke goederen, soo van renthen, chijnsen, pachten als andersints etc. resorterende onder den quartiere van Maeslant meijerije van ’s-Hertogenbossch overgelevert ter vergaderinge vande Hooch Mo: Heeren Staten Generael den 20 octobris 1649 – Aent beneficie van St.Severus et St.Andries – Wouter Mellen tot Oss heeft in hueringe acht vaetsaet lants in den Horrick jaerlijcx voor veertien gulden dico xiiii gul.; Jan Jeroens (?) tot Oss heeft in hueringe derdehalven mergen opten Cleijjnen Paelacker jaerlycx voor twintich gulden xx l.; Dierck Roeloffs tot Oss heeft in pachte vier mergen lants teijnden metten Geupel (?) jaerlijcx voor twintich guldendico xx l. – accordeert met tvoors. regster voor soo veel dit extract belanght – quod attestor H. van Duersen notarius,

165 Op de linkerpagina een losse notitie: in seecker geschreven boek berustende onder d’Heer Professor Florentius Schuijlius ontvanger generael der beursen getuijge ick ondergeschreven in ’s-Hertogenbkosch residerende Abraham van der Aa [notaris?];
Op de rechterpagina: Ick onderges. attestere midts desen gesien te hebben dat Heer Peter Jacob Gheenen presbiter ende rector van de fundatie gefundeert opden autaer genaempt van St.Severus ende Andries int jaer 1620 heeft dienst gedaen ende gecelebreert ende dat ick int selve jaer cappellaen van de vrijheijt ende parochie van Oss was, datum Teeffelen den 23e augustus anno 1657 ende was ondertekent Petrus Clausius Astensius [uit Asten] pastoor in Teeffelen anno estatis …. 61 pasto 37; de goederen vier mergen lants den Hongercamp teijnen den Grooten metten guebell [dubieus] iij mergen lants opden Cleijnen Paelacker eenen hoff groot 7 à 8 vaetsaet bijden Rushoevel datum Teeffelen den 23 augusti anno 1657 ende was ondertekent Petrus Clausius Astensis pastor in Teeffelen anno estatis 61 post 37 – collata concordat quod attestor L. van Duersen notarius.