Archieven

2092 Norbertijnenabdij van Berne, oud archief, 1134-1857

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

We ondervinden wat problemen met de bestandsserver, weergaves van afbeeldingen of bestanden kunnen moeilijk laden of missen.
Excuses voor het ongemak.

2092 Norbertijnenabdij van Berne, oud archief, 1134-1857

Delen

Doorsturen per email

Delen via Facebook

Delen via X (Twitter)

Printen

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Favoriet of een notitie maken

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Stuur een reactie naar Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)

Inleiding

Historisch overzicht

Verantwoording van de inventarisatie

Aanwijzingen voor de gebruiker i

Regesten

Records 1 t/m 100

Records 101 t/m 200

Records 201 t/m 300

Records 301 t/m 400

397 1381 augustus 15 (14?)
Op Onser-Vrouwenavent, als men scrijft Assumpcio.
Marcelis van Wouderichem, kanunnik en (supplebaan?) van de kerk van S. Lebuinus in Deven-
ter en pastoor van Twenlo (= Twello), oorkondt, dat hij ter aanvulling van zijn testament, waardoor deze akte was gestoken, nader genoemde legaten heeft vermaakt aan de volgende personen en instellingen: de geestelijken van de kerk van Deventer; de kerkfabriek aldaar en de geestelijken, die op zijn begrafenis komen; de kerkfabriek van St. Martijn in Utrecht, de Minderbroeders in Deventer, de Jacopinen van Zutphen; de Begijnen van Deventer in het convent, in het huis van heer Stappen en in het heiliggeesthuis; de zieken in het heiliggeesthuis; de melaatsen buiten Deventer; de arme zieken in Zwolle; de Begijnen in het huis van meester Gherijt Groote (Geert Groote, + 1384); Haze de Begijn in het heilliggeesthuis; de pastoor en de kerk van Welle in de Bomelrewert; de pastoor en de kerkfabriek van Twenlo; voorts zijn nicht en verpleegster Elsebeen Janszn uten Camp nl. zijn nader beschreven koren, vlees, beddegoed, textiel, meubels, huisraad, geld en zilver, wasgerief en brandstof en het vruchtgebruik van zijn huis en erf; tenslotte 11 met name genoemde personen, meest familieleden, en zijn dienstmaagden en executeurs-testamentair.

398 1381 november 7
In monasterio de Berna.
Notaris Robertus Godefriduszn van Huesden, clericus van Traiectum, geeft op verzoek van Robertus, abt van Berna, vidimus van de grafelijke oorkonde van 1200 - (reg. nr.10); met als getuigen Petrus van Vucht, Robertus Spiringnuszn, Ywanus van Authoesden en Nicholaus Stoute de Mechgelinia.

399 1381 november 7
In monasterio de Berna in aula domini abbatis.
Notaris Robertus Godefriduszn van Huesden geeft op verzoek van Robertus, abt van Berna, vidimus van de grafelijke akte van 27 dec. 1242 (reg. nr.39); met als getuigen Petrus van
Vucht, Robertus Spirignuszn, Ywanus van Authoesden en Nycholaus Stouten de Meghlinia.

400 1381 oktober 17
Feria quinta post diem beati Kalixti martiris.
Schepenen van Buscoducis oorkonden, dat Johannes Scraghe verkocht heeft aan Arnoldus Heyme de volgende 9 landerijen, alle gelegen in de parochie van Dynther en behorende bij het goed Ten Hoemberghe, en alle, behalve de nrs.6 en 9, nader gesitueerd:
1. een stuk land bij de hof, geheten Moerkenshof; 2. een stuk land; 3. nog een stuk land; 4. een stuk land voor de plaats De Wyer (Ter Weer); 5. een stuk land, ter plaatse geheten In den Passtije; 6. een stuk land naast de kerk van Dynther; 7. een stuk land langs de Heeswijcschewech; 8. een weiland, de Zaert, ook bij het goed Ten Hoemberch behorend, maar gelegen in de parochie van Scijnle op de Laeferdonc; 9. 2 bunder weiland in Loesbroec.

401 1381 november 19
In aula domini abbatis in monasterio predicto.
Notaris Johannes Johanneszn geeft op verzoek van heer Robbertus van Doern, abt van Berna, vidimus van de akte (van de heer van Bokhoven) van 17 mrt. 1375 (reg. nr.363); met als getuigen heer Johannes van Doern, Johannes Ywanus Spiringsnuszn van Authoesden en Johannes Eusen.

402 1382 januari 13
sDijnsdages na Dertiendach.
Schepenen van Huesden oorkonden, dat Heynman van Hedichusen Jan Kuystzn heeft opgedragen aan Aernt Enneken van Vlimen een hofstede in de ban van Vlimen, voormalig bezit van Zeebrechte Janszn van Vlimen en nader gesitueerd; en dat zij een akte hebben gezien, waarbij Heynman koper werd van 15 hond in de Vijf hoeven aldaar en over de andere goederen, die Zeebrechte voorn. in Vlimen bezat.

403 1382 maart 6
1381, feria quinta post dominicam qua cantatur Reminiscere.
Schepenen van Buscoducis oorkonden, dat Egidius Spanuyt, man en voogd van Heylwigis d.v.w. Jacobus Eefsenzn, heeft overgedragen aan Rodophus van den Zande van Bucstel een beemd in de parochie van Berlikem op Koeleyde, achter de kerk.

404 1382 april 8
Des naesten dinxdaghes nae des heiligen Paeschdach.
De gebroeders Willem, Arnt, Wyer en Heynric van Hoesden oorkonden, dat zij ten behoeve van abt, klooster en convent van Berne afstand hebben gedaan van alle aanspraken en rechten op het klooster.

405 1382 juli 1
Des yersten daghes der maent van juliis.
Schepenen van Maesbomel oorkonden, dat de gebroeders Willem en Aert van Hoesden ten behoeve van abt, klooster en convent van Berne afstand hebben gedaan van al hun aanspraken en rechten op het klooster.

406 1382 oktober 29
In villa de Emmichoven in domo Margarete, relicte Jacobi.
Voor notaris Robbertus Godefriduszn van Huesden en de getuigen Corstans, zoon van Johannes de schout aldaar, Nicholaus Arnolduszn en Margareta, weduwe van Jacobus, hebben Rodolphus van Emmichoven en Heymricus Bye, echtgenoot van zijn zuster Elisabet, geschonken aan Rengoldus, kanunnik van Berna, een cijns van 5½ pond uit de hofstede en boomgaard van Walter Staet in de parochie van Heesbeen.

407 1382 oktober 29
In Emmichoven in rure retro domum inhabitationis dicti Rodolphi.
Voor notaris Robbertus Godefriduszn van Huesden en de getuigen Corstans, zoon van Johannes (de schout aldaar), Nicholaus Arnolduszn en Rodolphus van Emmichoven heeft Theodericus van Oerden, echtgenoot van Gertrudis, zuster van Rodolphus voorn., geschonken aan heer Rengoldus (kanunnik van Berne) (zijn recht aangaande) de cijns van 5½ pond, zoals genoemd in de akte van dezelfde datum (reg. nr.406).

408 1382 november 8.
Aernout, heer van Steijne, en Daniel, heer van der Merwede, oorkonden, dat hun resp. moeder en schoonmoeder Gertrud, vrouwe van Lijmborch, met hun instemming verkocht heeft aan Johan Oem, zoon van heer Nyclaes van Arckel, alles wat zij bezat in het gebied Bochoeven.

409 1383 maart 25
Feria quarta post Pascha.
Schepenen van Buscoducis, Joannes van Erpe en Ywanus Stierken, oorkonden, dat Franco z.v.w. Henricus Croke, Franco z.v.w. Goeswinus Herinc en Goeswinus Herinc z.v.w. Johannes Cale in pacht hebben uitgegeven aan de gebroeders Johannes en Arnoldus van den Polbroek, aan Everardus Hermanszn van Gestel en aan Willelmus z.v.w. Godefridus de Buc van Maerheze de goederen met de bijbehorende lasten, nl. de cijnzen voor de hertog van Brabant, voor de jonker ("domisellus") van Kuyc en voor de erven van wijlen Lucia van Erp; welke goederen destijds bezit werden door [waren van] hun grootvader Franco Herinc en die gelegen zijn in de parochie van S. Lambertus in Blaerthem ter plaatse van Gestel; en wel voor de pachten van 4½, 5½ en 4 mud rogge voor resp. Franco, Franco en Goeswinus voorn.; met de bepaling, dat Johannes, Arnoldus, Everardus en Willelmus uit het aanwezige houtgewas mogen kappen en de gebouwen mogen vernieuwen.

410 1383 april 11
Des sondaeghes voer half aprille.
Schepenen van Maren, Ghibe van Haren, Willem van Loen, Goeswijn Rutgherszn, Segher van Wordraghen, Lode Tolenzn en Jan Daem Hawenzn, oorkonden, dat Dewaer van Haerwaerden heeft verkocht aan Aelbrecht Arntszn 3 en 1/3 vadem in het Maersche Stroebroecht en 1/12 van een "hove" (hof, of hoeve?), nader gesitueerd; waarna Dewaer aan de laathof ten behoeve van Aelbrecht heeft opgedragen 1½ hond op de Paddelaren, nader gesitueerd, incluis de lasten van 1 vadem dijks in de Maersche Velmeer en de dijken en sloten binnenslands.

411 1383 april 25
Feria quinta post octavas Pasche.
Schepenen van Buschoducis oorkonden, dat Theodericus Toelinc heeft toegezegd aan Willelmus Coptiten tijdens zijn leven, en nadien aan Jacobus, Ghiselbertus en Jutta, kinderen van deze Willelmus, een cijns van 2 oude schild uit een beemd in de parochie van Roesmalen op de Vliedert, nader gesitueerd, en uit ½ morgen land aldaar op de Voerthoekel, nader gesitueerd.

412 1383 juni 27
Sabbato post festum Nativitatis Joannis Baptiste.
Schepenen van Buscoducis, Joannes Stierken en Wellinus Schilder, oorkonden, dat Walramus, z.v.w. Joannes van Benthem ridder, heeft verkocht aan Luytgarda v.v.w. Joannes de Woesic Rutgheruszn zijn huizen, hofstede en erf, geheten Ten Rode, gelegen in de parochie van Hezewijck, met aangrenzende erven en beemden, aldus gesitueerd: tussen de parochie van Schijnle (ten zuiden) en de akkers aldaar (ten noorden), en zich uitstrekkende (oostwaarts?) met het ene einde tot tegen het erf, de Molenbroec, en (met het andere einde, westwaarts?) tot de genoemde akkers, die aansluiten bij de daar gelegen dijk, de Dijck ten Rode; incluis deze dijk, en de visserij in de rivier de Aa, naast deze erven.

413 1384 april 23
In aula Bernensi.
Notaris Hacco Arnolduszn Ywanuszn van Huesden, clericus van Traiectum en notaris van het Hof van Leodium, redigeert en verschaft bij deze, op verzoek van heer Rengoldus de Emmichoven, kanunnik van Berna, alsnog 2 notariële instrumenta aan de hand van het register van de plotseling overleden notaris Robbertus Godefriduszn van Huesden - daartoe gemachtigd door de officiaal van de proost van Arnhemium, tevens aartsdiaken van Traiectum - welke 2 teksten de overdracht betreffen van een cijns van 5½ pond aan heer Rengoldus, die te Emmichoven geschied is voor de nu overleden notaris op 29 okt. 1382 (reg. nrs.406, 407); dit nu (1384) met als getuigen Jacobus Zas van Beesde, Robbertus van Doern Spieringszn van Oudehuesden en Bernardus They.

414 1384 mei 31.
De officiaal van Leodium machtigt notaris Hacco Arnolduszn Ywanuszn van Hoesden van het bisdom van Traiectum, om ten behoeve van abt en convent van beata Maria van Berna brieven en privileges te produceren, te kopieëren en in een notariële akte vast te leggen, voorzien van zijn eigen handmerk of met het zegel van het Hof van Leodium.

415 1384 juni, 12 en 17
In monasterio Bernensi in parva aula abbatis Bernensis.
Notaris Hacco Arnolduszn Ywanuszn van Huesden, clericus van Traiectum en notaris van het Hof van Leodium, instrumenteert, dat heer Jacobus, investiet van Dijnthere, ter plaatse van de heide bij Bernheze op de Kattenrite op de Donc, toegezegd heeft aan heer Johannes Beyer ten behoeve van abt en convent van Berna, op straffe van excommunicatie en van een boete van 200 gulden, de schade te vergoeden, door hem toegebracht door het gedeeltelijk rooien van hun bos in Loesbroec in de parochie van Dynthere en het weghalen van takken en bomen, en wel voor zondag a.s., dit naar scheidsrechterlijk oordeel van heer abt Robbertus van Doern en proost Arnoldus van Waelwijc; vervolgens instrumenteert de notaris op 17 juni (= zondags), dat de partijen zijn overeengekomen, dat heer Jacobus zijn leven lang op St. Jan Baptist (24 juni) als schadevergoeding 3 oude schild zal betalen; met als getuigen op 12 juni: Arnoldus van Bernheze, Rodolphus Snyder, Johannes Henricuszn van der Heyden en Ghiselbertus Balduinuszn Heelt, alias Coster; en met als getuigen op 17 juni: Johannes Grave Boninguszn van Hedel, Johannes Goede, Gerardus Grave van Hedel, Johannes van Eel, zoon van Johannes Thomaszn, en (weer) Ghiselbertus Balduinuszn Heelt, alias Coster.

416 1384 juni 18.
Schepenen van Druenen oorkonden, dat Jan Wouterszn van den Hovel toegezegd heeft te betalen
aan het klooster van Berne een cijns van 7 schelling en 6 penning, voorheen betaald door Gheret die Bye (uit de goederen in Vlijmen).

417 1384 juli 8
In monasterio Bernensi in superiore camera domini abbatis.
Notaris Hacco Arnolduszn Ywanuszn van Huesden, clericus van Traiectum, geeft op verzoek van abt en convent van Berna, met instemming van de officiaal van Leodium, vidimus van de heer van Kuyc van (kort voor 1233) (reg. nr.28) en van die van de officiaal van 31 mei 1384 (reg. nr.414); met als getuigen Johannes, zoon van Arnoldus Noudo van Huesden, clericus, Rutgerus van Herpt, zoon van Godefridus van der Steghen, Petrus van Vucht, schoenmaker, en Bernardus, zoon van Hermannus Theyen van Os.

418 1384 oktober 24
Leodii.
De officiaal van Leodium ratificeert de akte van notaris Hacco Arnolduszn Ywanuszn van Hues-den van 8 juli 1384 (reg. nr.417), waardoor deze was gestoken.

419 1384 oktober 26
Te Bruessel.
Johanne, hertogin van Brabant, oorkondt, dat zij ontvangen heeft van abt en convent van Berne, door handen van Reynaer Holland, haar rentmeester van Brabant, 41 oude schild in mindering op de diensten en bedegelden, die de kloosters en gemene landen van Brabant haar verschuldigd zijn.

420 1385 februari 24
In monasterio Bernensi in superiori camera domini abbatis.
Notaris Hacco Arnolduszn Ywanuszn van Huesden geeft op verzoek van abt en convent van Berna vidimus van de grafelijke akte van (1233?) (reg. nr.29); met als getuigen Yngramus van Doern Robbertuszn, Johannes Ywijn van Oudehuesden Spieringnuszn, Robbertus van Dorn, broer van Johannes, en Hermannus Vinc, zoon van Helias Vinc van Veen.

421 1385 mei 22
Des manendaeghs na Pynxten.
Heer Arnt van Wel, pastoor van Heeswijc, oorkondt, dat hij aan abt en convent van Bern schuldig is te betalen een pacht van 4 mud rogge gedurende 10 jaar, en aan het convent 45 schelling en aan derden 10 hoenders, deze pachten ook 10 jaar lang; alles uit een goed, dat voor de poort van hem (of van de abt? zie nota) gelegen is en dat hij van de abt zolang in pacht gekregen heeft; met de afspraak, dat de abt bij voorkomende werkzaamheden het hout, het ijzer, de latten en het werkloon zal betalen en de pastoor de overige kosten.

422 1385 juni 16
In crastino beatorum Viti et Modesti martirum.
Schepenen van Buschoducis oorkonden, dat heer Henricus van Best, priester, verklaart, dat de poort van wijlen Johannes van Hees in de Hynthamerstraat aldaar en de doorgaande weg van de straat door de poort naar het water behoren bij het erf van Arnoldus Heyme, met uitzondering van het recht van drup (= stillicidium") ten behoeve van de opstallen van heer Henricus.

423 1385 juni 29
In festo beatorum Petri et Pauli apostolorum.
Schepenen van Buscoducis oorkonden, dat Johannes Johanneszn van Onlant heeft verkocht aan Arnoldus van Andel een cijns van 40 schelling uit een hofstede, van nader genoemde grootte (zie nota) en nader gesitueerd in de Hinthamerstraat aldaar, en uit de helft van de toegangsweg.

424 1385 juli 25
In festo Jacobi apostoli.
Petrus, pastoor van Herpt, en Segerus van Herpt, (pastoor van Bokhoven), geven vidimus van de akte van 20 jan. 1286 (reg. nr.83).

425 1385 juli 25
In die Jacobi apostoli.
Petrus, pastoor van Herpt, en Zegerus van Herpt, priester (en pastoor van Bokhoven), geven vidimus van de akte van 28 aug. 1308 (reg. nr.130), (maar in een verkorte versie, zoals de schepenen van Den Bosch die op dezelfde dag hebben geoorkond; nl. met weglating van de alinea "Preterea" en de helft van de alinea "Insuper" en voor de rest mutatis mutandis).

426 1385 juli 25
In die Jacobi apostoli.
Petrus, pastoor van Herpt, en Zegerus van Herpt, priester (en pastoor van Bokhoven), geven vidimus van de akte van 28 aug. 1308 (reg. nr.131).

427 1385 september 5Des dijnsdaechs na Sint-Ghielijsdach.
Aelbrecht (van Beieren), ruwaard van Hollant, oorkondt, dat hij de mensen in het Land van Huesden vrijstelt van het graven en bouwen van vestingwerken rond de stad Huesden; waarbij hij de kastelein verbiedt de mensen hiertoe op te roepen.

428 1385 september 14
In aulla Bernensi.
Het kapittel van Hoesden heeft benoemd Jan van Boninghen als tiendman voor abt en convent van Berne over de tiende van Oudehuesden; waarna abt en convent hem hebben aanvaard en hun goed in leen gegeven hebben aan het kapittel; met als getuigen de laten Wouter Peter Scudraetszn, Dirc Lemmenzn alias Duyfhoern en Herman Robbenszn alias Zelleken.

429 1385 september 17
Ipso die beati Lamberti episcopi et martyris.
Marcelius van Lewen, prior en priester van Berna, en Johannes van Nulant, kanunnik en priester aldaar, geven vidimus van de akte van 7 apr. 1315 (reg. nr.153).

430 1385 november 12
In monasterio Bernensi in superiori aula domini abbatis.
Notaris Hacco Arnolduszn Ywanusznvan Huesden, clericus van Traiectum en notaris van het Hof van Leodium, instrumenteert, dat voor hem en voor de hierna genoemde getuigen heer Robbertus, abt, en prior, supprior en convent van Berna enerzijds en Johannes Oem, zoon van heer Nicholaus van Arkel ridder, heer van het dorp Bochoven, anderzijds hun, door de andere partij bezegelde akten aangaande de tiende in de parochie Bochoven, geheten de Monc-tiende, en de collatie van de kerk aldaar hebben uitgewisseld (waarmee de vroegere koop ervan teniet is gedaan), en dat de heer van Bochoven volgens afspraak 175 oude, Franse schild heeft terugontvangen; met insertie van de beide akten van koop van 17 mrt. 1375 (reg. nrs.362, 363); met als getuigen: Henricus Vriese, Ghiselbertus van den Sande van het dorp Leeuwen, van het Keulse, Theodericus Merlant van de stad Hoesden, van het Utrechtse, en Johannes van Meghen, dienaar van heer Gervasius van Tiel, kanunnik van Berna en proost van Word, van het Luikse bisdom.

431 1385 december 28
In festo sanctorum Innocentiu.
Schepenen van Buscoducis, Johannes Trudazn en Henricus Raet, oorkonden, dat Henricus Pels Henricuszn van Dijnther verkocht heeft aan Gerardus Pouwelszn van Bruggen een pacht van 1 mud rogge uit een huis en hof in de parochie van Dijnther, nader gesitueerd, en uit 4 lopen roggeland in de parochie van Hezewijc, nader gesitueerd; welke goederen belast zijn met een grondcijns.

432 1386 mei 26
In (ecclesia) S. Johannis Evangeliste de Buscoducis.
Notaris Petrus Polslawer de Buscoducis, clericus van Leodium, geeft transsumpt van de akte van 6 juli 1274 (reg. nr.63) (aangaande het patronaat over Orthen en Den Bosch), op verzoek van Johannes van Mierde, investiet van de kerk van de Begijnen in Buscoducis; met als getuigen Gualterus Meelman, kanunnik van St. Jan, en Tilmannus de Spina (van Doern), priesters.

433 1386 juni 18
Feria secunda post octavas Penthecostes.
Schepenen van Buscoducis oorkonden, dat heer Ygrammus, conventuaal van Berna, (en later abt), zijn gebroeders Walterus en Wijnricus, zijn gezusters vrouwe Elisabeth, priorin van Hodonc, Agnes en Johanna, alle zes kinderen van wijlen Henricus Roempot - met de voogden van de gezusters - alsook de zwagers Theodericus Waelwijnszn van Hemert, man en voogd van Katharina, en Everardus Scaefdries, man en voogd van Clementia, beide ook dochters van Henricus Roempot, dat zij allen openlijk hebben erkend, een erfdeling te hebben gemaakt over de goederen van Henricus voorn. en wijlen zijn vrouw Hilla, dochter van Wijnricus van Oyen, zowel gelegen in de parochie van Maren, als in het gericht van Meerwijc, nl. in de Grote Wert, en ook in de Hoeven (bij Hedikhuizen?), inclusief de 2 volgende inkomsten, nl. een cijns van 34 schelling, die Arnoldus Scape moet betalen, en 1/3 van een rente van 100 pond, die vader Henricus destijds had gekocht van heer Willelmus, heer van Meghen, ridder, en dat moet betaald worden in het woonhuis van Henricus in Den Bosch - met uitzondering echter van 3 morgen land in de parochie van Maren op de Haren en 2 morgen aldaar op de Paddelaer, die al onder Yngrammus, Lambertus en Theodericus zijn verdeeld - waarbij Walterus, Wynricus, priorin Elisabeth, Agnes, Johanna en zwager Everardus afstand van hun rechten op deze goederen hebben gedaan.

434 1387 (of 1386) februari 21
1386, op Sente-Petersavent ad Cathedram.
Willem, heer van Huern, Althena en Kurterssem, oorkondt, dat hij aan het klooster van Beern verkocht heeft een buitendijks gelegen stuk land ("uutlant") in het gericht van Almkerkc, geheten de Hoeven, "buten" de straat naar de rivier de Alm, met behoud van het recht op een ev. waterloop door dit land.

435 1387 maart 5
1386, feria tercia post dominicam Reminiscere.
Schepenen van Buscoducis, Theodoricus Rover en Gerardus van der Aa, oorkonden, dat Walramus, z.v.w. heer Johannes van Benthem ridder, verkocht heeft aan heer Willelmus van der Aa, ridder, het dorp Heeswijck en de helft van Dinter, met alle rechten en goederen, zoals hij deze verworven had van Theodericus Rover, ridder, volgens de Bossche schepenbrief van 9 mrt. 1380 (reg. nr.388), alsook de pacht van 3 mud rogge en 7 lopen rogge uit erfgoed in Heeswijck, belast echter met de lijftochten, waartoe Walramus zich verplicht had tegenover Arnoldus z.v.w. Jacobus van Ghele, voor Godefridus z.v.w. Andreas van Berlicum en diens vrouw, voor Arnoldus Ave Mari en diens vrouw, voor Arnoldus, gezegd Nollelien Gerours (kopiefout, bedoeld Nolleken Geraets) en diens vrouw, en voor Egidius Schoerwegge en diens vrouw; echter met uitzondering van die goederen in Heeswijck, die Walramus in pacht had gegeven voor de voorn. pacht, van de 3 bunder beemd in de parochie van Scijnle, die zekere Nuwelaet van Wal-ramus had verworven, van de beemden, die Rodolphus van Dynther van hem had verworven en van wat Walramus heeft te ontvangen uit het goed Ter Aa, toebehorende aan jonkvrouwe Mabelia van Langvelt.

436 1387 augustus 1
In festo beati Petri ad Vincula.
Schepenen van Buscoducis, Johannes van Gemert en Johannes van Erpe, oorkonden, dat Udemannus die Meester toegezegd heeft aan Boudewinus Ottenzn te betalen een cijns van 3 pond uit 1 morgen binnen de vrijheid van de stad, op de Hoedonck (in Den Dungen).

437 1387 september 25
sWoendaechs na Sinte-Matheusdach.
Schepenen (van Heusden) oorkonden, dat Aernt van Gheijnt z.v. Boyden Kuijst uit (Babiloniën-) Broeck heeft opgedragen aan zijn zoon Boyden Kuijst een stuk land aldaar achter zijn huis, nader gesitueerd, tussen de straat en de banwetering.

438 1387 november 25
Op Sente-Katerinendach der heyliger jonffrouwen.
Willem van Drueten, ridder en richter tussen Maze en Wale, oorkondt, dat in het gericht van Lewen voor hem en de gerichtslieden, met name Otte van Puflic en Janne van Horssen, oorkonder en zijn vrouw Lisabet met haar voogd hebben opgedragen aan Heinric den Vrysen Matheuszn ten behoeve van abt en kapittel van de heren van Beernen een veld, de Smeedscampe, in het kerspel van Lewen, nader gesitueerd, dijk- en cijnsvrij; dit in ruil voor een hofstede, waar Heinric die Vryse op woonde ("seitte") en voor een huis, hofstede en erf, waar Janne van Horsse op woonde.

2092 Norbertijnenabdij van Berne, oud archief, 1134-1857

Inleiding

Regesten

Delen

Doorsturen per email

Delen via Facebook

Delen via X (Twitter)

Printen

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Favoriet of een notitie maken

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Stuur een reactie naar Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)

438

1387 november 25
Op Sente-Katerinendach der heyliger jonffrouwen.
Willem van Drueten, ridder en richter tussen Maze en Wale, oorkondt, dat in het gericht van Lewen voor hem en de gerichtslieden, met name Otte van Puflic en Janne van Horssen, oorkonder en zijn vrouw Lisabet met haar voogd hebben opgedragen aan Heinric den Vrysen Matheuszn ten behoeve van abt en kapittel van de heren van Beernen een veld, de Smeedscampe, in het kerspel van Lewen, nader gesitueerd, dijk- en cijnsvrij; dit in ruil voor een hofstede, waar Heinric die Vryse op woonde ("seitte") en voor een huis, hofstede en erf, waar Janne van Horsse op woonde.

a. Oorspr: III. E. 18. Met het aanhangend en doorgestoken zegel van de richter. In dorso: Van dat Smetkemken. Dijckvrij ende thijnsvrij.
b. Afschrift in Kopieboek Hoevenaars, I, nr.281.

Zie ook: