Apud Huesden in domo inhabitationis Johannis van der Heiden super granarium anterius ibidem (in platea Smedestrate).
Notaris Renerus Nicholauszn van Ethen, clericus van Traiectum, instrumenteert, dat Godefridus Bonier z.v.w. heer Godefridus Bonier, [en; Bovier?] priester, als executeur van het testament van zijn vader heeft overgedragen aan heer Gerardus Wolf, kanunnik en pitancier van het klooster van Berna, ter nagedachtenis van zijn vader, te houden in het klooster van Berna, 3 Heusdense schepenakten, hierbij geinsereerd, nl. van:
1 nov. 1323 (reg. nr.175);
30 apr. 1343 (reg. nr.219) (transfix van de vorige akte);
8 aug. 1361 (reg. nr.295) (transfix van de beide vorige akten), (alle betreffende een cijns van 20 schelling uit 6 hond in de Hengmenghe te Herpt); met als getuigen: Johannes Spiering Johanneszn, Johannes Johanneszn van Medewen en Johannes van der Heiden.
Apud Huesden in domo inhabitationis Johannis van der Heiden super granarium anterius ibidem (in platea Smedestrate).
Notaris Renerus Nicholauszn van Ethen, clericus van Traiectum, instrumenteert, dat Godefridus Bonier z.v.w. heer Godefridus Bonier, [en; Bovier?] priester, als executeur van het testament van zijn vader heeft overgedragen aan heer Gerardus Wolf, kanunnik en pitancier van het klooster van Berna, ter nagedachtenis van zijn vader, te houden in het klooster van Berna, 3 Heusdense schepenakten, hierbij geinsereerd, nl. van:
1 nov. 1323 (reg. nr.175);
30 apr. 1343 (reg. nr.219) (transfix van de vorige akte);
8 aug. 1361 (reg. nr.295) (transfix van de beide vorige akten), (alle betreffende een cijns van 20 schelling uit 6 hond in de Hengmenghe te Herpt); met als getuigen: Johannes Spiering Johanneszn, Johannes Johanneszn van Medewen en Johannes van der Heiden.
b. Getypte tekst in Map-Afschriften, incluis de 3 inserties.