1397, feria secunda post dominicam qua cantatur Oculi.
Schepenen van Buscoducis, Henricus van Werthusen en Engelbertus Ludinc Pijnappel, oorkonden, dat Lucas de Penu (van den Kelder) als man en voogd van Beatrix d.v.w. Johannes, gezegd: koning Jan van Steensel, wapenkoning, heeft verkocht aan Henricus Boc z.v.w. Godescalcus Roesmont een pacht van 1 mud rogge uit de tiende in de parochie van Waelwijc, destijds van haar vader voorn., met behoud van de pacht van 5 mud rogge voor Gerardus Heerken junior.
1397, feria secunda post dominicam qua cantatur Oculi.
Schepenen van Buscoducis, Henricus van Werthusen en Engelbertus Ludinc Pijnappel, oorkonden, dat Lucas de Penu (van den Kelder) als man en voogd van Beatrix d.v.w. Johannes, gezegd: koning Jan van Steensel, wapenkoning, heeft verkocht aan Henricus Boc z.v.w. Godescalcus Roesmont een pacht van 1 mud rogge uit de tiende in de parochie van Waelwijc, destijds van haar vader voorn., met behoud van de pacht van 5 mud rogge voor Gerardus Heerken junior.
b. Getypte tekst in Map-Afschriften.
Nota. Zie voor dit en de 9 andere vreemde charters de korte aantekening bij reg. nr. 167 en de Inleiding.