Jacobus, zoon van Jacobus geheten de Baest, heeft overgedragen voor schepenen van 's-Hertogenbosch aan Johannes geheten Hoernken ten behoeve van het huis van Postel een erfcijns van vier en een halve oude groot die de meester van Postel moet betalen aan Laurencius geheten Lauwart de Arendonc, schoonzoon van Lubbertus geheten de Herzel, uit goederen van het huis van Postel in Bladel.
Jacobus, zoon van Jacobus geheten de Baest, heeft overgedragen voor schepenen van 's-Hertogenbosch aan Johannes geheten Hoernken ten behoeve van het huis van Postel een erfcijns van vier en een halve oude groot die de meester van Postel moet betalen aan Laurencius geheten Lauwart de Arendonc, schoonzoon van Lubbertus geheten de Herzel, uit goederen van het huis van Postel in Bladel.