Schepenen van ’s-Hertogenbosch oorkonden dat heer Willem, zoon van wijlen Wouter, zoon van wijlen Wouter van Oerle, kanunnik in Den Bosch, de helft van een weiland in de parochie van Boxtel, op de plaats ‘die Hulsdonc’, tussen het erfgoed van Sofie, weduwe van Arnoud de Globo, enerzijds en van heer Hendrik, natuurlijke zoon van wijlen Jacob, pastoor van Boxtel, anderzijds, welke helft Wouter, zoon van wijlen Wouter van Oerle, van Willem, zoon van wijlen Willem Broeder, verworven had, heeft overgedragen aan Bartholomeus, zoon van wijlen Jan Meeuszn., en aan Willem, zoon van wijlen Hendrik Heymerixzn.
Getuigen: schepenen van ’s-Hertogenbosch: Dirk de Borchgreve en Jan Pijnappel. i
Schepenen van ’s-Hertogenbosch oorkonden dat heer Willem, zoon van wijlen Wouter, zoon van wijlen Wouter van Oerle, kanunnik in Den Bosch, de helft van een weiland in de parochie van Boxtel, op de plaats ‘die Hulsdonc’, tussen het erfgoed van Sofie, weduwe van Arnoud de Globo, enerzijds en van heer Hendrik, natuurlijke zoon van wijlen Jacob, pastoor van Boxtel, anderzijds, welke helft Wouter, zoon van wijlen Wouter van Oerle, van Willem, zoon van wijlen Willem Broeder, verworven had, heeft overgedragen aan Bartholomeus, zoon van wijlen Jan Meeuszn., en aan Willem, zoon van wijlen Hendrik Heymerixzn.
Getuigen: schepenen van ’s-Hertogenbosch: Dirk de Borchgreve en Jan Pijnappel.