Schepenen van Boxtel oorkonden dat meester Jan van Vinckenrode, pater, en zuster Francisca Martens, moeder-overste van het klooster van de zusters van Sint-Franciscus in het Sint-Elisabethsdal te Boxtel, met haar gekozen voogd Hendrik Jan Tielmanszn. van den Zande, Jan Zebrechtszn. van Collenberch, man van Margriet, zus van de voornoemde Hendrik, Andreas de Cuper, man van Elisabeth, zuster van de voornoemde Hendrik, Gerard, zoon van Gerrits Jans Coppens, man van Catharina, zuster van de voornoemde Hendrik, de erfdeling van hun vader Jan van den Zande en hun moeder Geertrui, zijn wettige vrouw, hebben vastgelegd.
Het klooster was hierbij aanwezig in naam van Engelberta, geprofeste zuster, wettige dochter van Jan en Geertrui, en kreeg het vierde deel van een huis, hof en hofstede met de helft van alle land, zand, weiden, houtgewassen en moeren in de dingbanken van Heeze en Tongelre en in de parochie van Nuenen, waarvan Jan van Collenberch de andere helft in bezit heeft, alsmede de beemd ‘de Aspellare’ in de parochie van Haaren, een beemd in de parochie van Haaren in de biesbeemd, een erfpacht van anderhalf mud rogge in de parochie van Nuenen uit erfgoed geheten ‘Opt Een Eynde’, een erfpacht van zes lopen rogge Tongelrese maat, een erfpacht van een mud rogge in de parochie van Geldrop, te betalen te Hulst, een erfpacht van twee mud rogge, te betalen in de parochie van Belveren, een erfpacht van een malder rogge Boxtelse maat aan Engel van Weert, en het keuterrecht in de gemeint van Kempen. Het klooster zal jaarlijks de helft van de grondcijns betalen die men uit de hele erfenis in de dingbanken van Heeze, Tongelre en Nuenen verschuldigd is. i
Schepenen van Boxtel oorkonden dat meester Jan van Vinckenrode, pater, en zuster Francisca Martens, moeder-overste van het klooster van de zusters van Sint-Franciscus in het Sint-Elisabethsdal te Boxtel, met haar gekozen voogd Hendrik Jan Tielmanszn. van den Zande, Jan Zebrechtszn. van Collenberch, man van Margriet, zus van de voornoemde Hendrik, Andreas de Cuper, man van Elisabeth, zuster van de voornoemde Hendrik, Gerard, zoon van Gerrits Jans Coppens, man van Catharina, zuster van de voornoemde Hendrik, de erfdeling van hun vader Jan van den Zande en hun moeder Geertrui, zijn wettige vrouw, hebben vastgelegd.
Het klooster was hierbij aanwezig in naam van Engelberta, geprofeste zuster, wettige dochter van Jan en Geertrui, en kreeg het vierde deel van een huis, hof en hofstede met de helft van alle land, zand, weiden, houtgewassen en moeren in de dingbanken van Heeze en Tongelre en in de parochie van Nuenen, waarvan Jan van Collenberch de andere helft in bezit heeft, alsmede de beemd ‘de Aspellare’ in de parochie van Haaren, een beemd in de parochie van Haaren in de biesbeemd, een erfpacht van anderhalf mud rogge in de parochie van Nuenen uit erfgoed geheten ‘Opt Een Eynde’, een erfpacht van zes lopen rogge Tongelrese maat, een erfpacht van een mud rogge in de parochie van Geldrop, te betalen te Hulst, een erfpacht van twee mud rogge, te betalen in de parochie van Belveren, een erfpacht van een malder rogge Boxtelse maat aan Engel van Weert, en het keuterrecht in de gemeint van Kempen. Het klooster zal jaarlijks de helft van de grondcijns betalen die men uit de hele erfenis in de dingbanken van Heeze, Tongelre en Nuenen verschuldigd is.
Elias Janszn., schepen van Boxtel
Arnt van Vught, schepen van Boxtel
Goetschalck van Dinther, schepen van Boxtel
Hendrik Rijckaerts, schepen van Boxtel
Jan van den Veken, schepen van Boxtel
Elias van den Laerschot, schepen van Boxtel
erfgenamen van Willem Gerrits Tielmans
’s-Hertogenbosch