Schepenen van ’s-Hertogenbosch oorkonden dat Jacob Voegel van Amsterdam een jaarlijkse erfcijns van twee gouden Andriesgulden heeft overgedragen aan Peter, zoon van Reinier Kersmaker, uit een huis en erf van Johanna, dochter van Daniel van Rycartsfoirt, in de Karstraat in Den Bosch met alle rechten en aanhorigheden, tussen de gemene straat enerzijds en met het ene einde en tussen het erfgoed van Rodolf Doncker anderzijds, eerder verkocht aan Jacob door Johanna. Jacob belooft elke verplichting in die cijns af te doen voor Peter, behalve dat hij zichzelf en Johanna het recht voorbehoudt om de cijns terug te kopen.
Getuigen: schepenen van ’s-Hertogenbosch: Bernard Janssoon van Overmeer en Hendrik Eijckman. i
Schepenen van ’s-Hertogenbosch oorkonden dat Jacob Voegel van Amsterdam een jaarlijkse erfcijns van twee gouden Andriesgulden heeft overgedragen aan Peter, zoon van Reinier Kersmaker, uit een huis en erf van Johanna, dochter van Daniel van Rycartsfoirt, in de Karstraat in Den Bosch met alle rechten en aanhorigheden, tussen de gemene straat enerzijds en met het ene einde en tussen het erfgoed van Rodolf Doncker anderzijds, eerder verkocht aan Jacob door Johanna. Jacob belooft elke verplichting in die cijns af te doen voor Peter, behalve dat hij zichzelf en Johanna het recht voorbehoudt om de cijns terug te kopen.
Getuigen: schepenen van ’s-Hertogenbosch: Bernard Janssoon van Overmeer en Hendrik Eijckman.