Schepenen van ’s-Hertogenbosch oorkonden dat Marcel Willem Lenaertss., inwoner van Asten, aan Dirk van Kessel een jaarlijkse erfcijns verkocht heeft van 25 Carolusgulden ten behoeve van het Clarissenklooster te Boxtel uit:
- een huis, erf, hof en ander aanliggend erfgoed in de parochie van Asten, ca. zeven lopenzaad groot, op een plaats geheten ‘Aent Rijnvelt’, naast het erfgoed van het klooster van Binderen enerzijds en van Jan Aelberts anderzijds en met het ene einde strekkend, en met het andere einde aan de openbare straat
- vijf lopenzaad akker- en grasland, genaamd de ‘Bittort’ in de parochie van Asten, naast het erfgoed van het klooster van Binderen enerzijds en van Jan Alberts anderzijds en met het ene einde, strekkend met het andere einde aan het Pallembroeck
- een stuk akker- en grasland van ca. zeven lopenzaad daar, naast het erfgoed van Jan Aelbert enerzijds en naast de gemeint daar anderzijds en met het ene einde, strekkend met het andere einde aan de goederen van Jan Henricxs.
- een haardstede met de daarop staande schuur en een half lopenzaad land binnen de voornoemde parochie aan de meiboom daar, naast het erfgoed van Hendrik Franss. enerzijds en van Peter Diercxz. van den Winckel anderzijds, strekkend met het ene einde aan de openbare straat en met het andere aan de goederen van Hendrik Frans Laureijnss.
- een weide van drie en een half lopenzaad in de voornoemde parochie op de plaats geheten ‘In den Brant’, tussen het erfgoed van Jan Henricx enerzijds en de gemeint anderzijds en met het ene einde, strekkend met het andere einde aan de goederen van Jan Matijss. van den Cruijce
- een stuk gras- en akkerland van ca. vier lopenzaad in dezelfde parochie, op dezelfde plaats, tussen het erfgoed van het klooster van Binderen enerzijds en de gemeint anderzijds en met het ene einde, strekkend met het andere einde aan de goederen van Hendrik Joachim, die hij van hetzelfde klooster in erfrecht heeft. De verkoper belooft aan het Clarissenklooster vrijwaring, behalve voor een jaarlijkse cijns van ca. negen gulden en een blank, die eerst uit de goederen aan de meiboom moet betaald worden. Hij zal de cijns altijd mogen lossen met vierhonderd Carolusgulden.
Getuigen: schepenen van ’s-Hertogenbosch: Hendrik Franssen van Gestel en Godfried Loeff van der Sloot. i
Schepenen van ’s-Hertogenbosch oorkonden dat Marcel Willem Lenaertss., inwoner van Asten, aan Dirk van Kessel een jaarlijkse erfcijns verkocht heeft van 25 Carolusgulden ten behoeve van het Clarissenklooster te Boxtel uit:
- een huis, erf, hof en ander aanliggend erfgoed in de parochie van Asten, ca. zeven lopenzaad groot, op een plaats geheten ‘Aent Rijnvelt’, naast het erfgoed van het klooster van Binderen enerzijds en van Jan Aelberts anderzijds en met het ene einde strekkend, en met het andere einde aan de openbare straat
- vijf lopenzaad akker- en grasland, genaamd de ‘Bittort’ in de parochie van Asten, naast het erfgoed van het klooster van Binderen enerzijds en van Jan Alberts anderzijds en met het ene einde, strekkend met het andere einde aan het Pallembroeck
- een stuk akker- en grasland van ca. zeven lopenzaad daar, naast het erfgoed van Jan Aelbert enerzijds en naast de gemeint daar anderzijds en met het ene einde, strekkend met het andere einde aan de goederen van Jan Henricxs.
- een haardstede met de daarop staande schuur en een half lopenzaad land binnen de voornoemde parochie aan de meiboom daar, naast het erfgoed van Hendrik Franss. enerzijds en van Peter Diercxz. van den Winckel anderzijds, strekkend met het ene einde aan de openbare straat en met het andere aan de goederen van Hendrik Frans Laureijnss.
- een weide van drie en een half lopenzaad in de voornoemde parochie op de plaats geheten ‘In den Brant’, tussen het erfgoed van Jan Henricx enerzijds en de gemeint anderzijds en met het ene einde, strekkend met het andere einde aan de goederen van Jan Matijss. van den Cruijce
- een stuk gras- en akkerland van ca. vier lopenzaad in dezelfde parochie, op dezelfde plaats, tussen het erfgoed van het klooster van Binderen enerzijds en de gemeint anderzijds en met het ene einde, strekkend met het andere einde aan de goederen van Hendrik Joachim, die hij van hetzelfde klooster in erfrecht heeft. De verkoper belooft aan het Clarissenklooster vrijwaring, behalve voor een jaarlijkse cijns van ca. negen gulden en een blank, die eerst uit de goederen aan de meiboom moet betaald worden. Hij zal de cijns altijd mogen lossen met vierhonderd Carolusgulden.
Getuigen: schepenen van ’s-Hertogenbosch: Hendrik Franssen van Gestel en Godfried Loeff van der Sloot.
Aangevuld op basis van schepenprotocol van ’s-Hertogenbosch, Stadsarchief, oud-rechterlijk archief Den Bosch, inv. nr. R 1496, fol. 108v-110r. In het schepenprotocol is deze akte mogelijk verkeerd gedateerd op 4 januari 1620 (de volgende acte is daar op 6 februari gedateerd).
Van deze oorkonde is zowel het origineel als het afschrift overgeleverd.