1497 september 7
Officiaal van Luik oorkondt, dat hij op insinuatie van Godefrid Gruyter, geestelijke en zijn procurator, de hier geciteerde statuten van kerkprovincie Keulen en synode van Luik, over strafmaatregelen tegen rovers van kerkelijk goed, van toepassing acht op: Wilhelm Arnoldzn, deken van Oirschot / Henrik de Essche / Wilhelm Peterszn / Johan Natalis, priester / Daniël van der Meyden / Arnold Vos / Jacob, zoon van Henrik voornoemd en ongehuwd geestelijke,
kapel van Sint-Odulphus in Best onder Oirschot tijdens dienst van Henrik Johanzn de Cuyck, gewelddadig zijn binnengedrongen / deze Henrik hebben mishandeld / 2 kisten hebben opengebroken / kerkelijke voorwerpen en documenten, naar moederkerk van Oirschot hebben teruggebracht;
waarom oorkonder verdachten dagvaardt voor zijn tribunaal in Diest en zijn procureur Godefrid met uitvoering hiervan belast
Origineel (inventarisnr 47)
Op rugzijde: 'P(rivilegium) (: kenletter van het archief van Mariëndonk) Littere de exemptione a iure Leodiensi, sed non de utilitate nostra. De hiis, qui inferunt vim monasteriis aut sacris locis; nota litteram contra impetitores nostros'
1497 september 7
Officiaal van Luik oorkondt, dat hij op insinuatie van Godefrid Gruyter, geestelijke en zijn procurator, de hier geciteerde statuten van kerkprovincie Keulen en synode van Luik, over strafmaatregelen tegen rovers van kerkelijk goed, van toepassing acht op: Wilhelm Arnoldzn, deken van Oirschot / Henrik de Essche / Wilhelm Peterszn / Johan Natalis, priester / Daniël van der Meyden / Arnold Vos / Jacob, zoon van Henrik voornoemd en ongehuwd geestelijke,
kapel van Sint-Odulphus in Best onder Oirschot tijdens dienst van Henrik Johanzn de Cuyck, gewelddadig zijn binnengedrongen / deze Henrik hebben mishandeld / 2 kisten hebben opengebroken / kerkelijke voorwerpen en documenten, naar moederkerk van Oirschot hebben teruggebracht;
waarom oorkonder verdachten dagvaardt voor zijn tribunaal in Diest en zijn procureur Godefrid met uitvoering hiervan belast
Origineel (inventarisnr 47)
Op rugzijde: 'P(rivilegium) (: kenletter van het archief van Mariëndonk) Littere de exemptione a iure Leodiensi, sed non de utilitate nostra. De hiis, qui inferunt vim monasteriis aut sacris locis; nota litteram contra impetitores nostros'