Otto van Pufelic, zoon van Otto van Pufelic, oorkondt dat hij van plan is naar het buitenland te trekken en geen directe nakomeling heeft en dat hij daarom heer Aert van Herlaer wegens bewezen diensten na zijn dood nalaat de helft van een 'broek' tienden in Zuilichem, waarvan Aert al de andere helft bezit. Hij vraagt heer Henrick van Oyenbrugge alias van Colem, ridder, en Henric van Beringen deze akte samen met hem te bezegelen.
Otto van Pufelic, zoon van Otto van Pufelic, oorkondt dat hij van plan is naar het buitenland te trekken en geen directe nakomeling heeft en dat hij daarom heer Aert van Herlaer wegens bewezen diensten na zijn dood nalaat de helft van een 'broek' tienden in Zuilichem, waarvan Aert al de andere helft bezit. Hij vraagt heer Henrick van Oyenbrugge alias van Colem, ridder, en Henric van Beringen deze akte samen met hem te bezegelen.