Frater Henricus de Weerle, minister van de Keulse provincie der minderbroeders en meester in de theologie, keurt goed dat jonkvrouwe Elisabeth, dochter van Leonius de Erpe, geprofeste zuster van Sint-Clara in 's-Hertogenbosch, met toestemming van de abdis Johanna van der Zijpt, haar testament herroept, met uitzondering van een legaat van 3 schilden aan haar broers en zuster en de overdracht aan haar zwager Ludolphus Buck van het vruchtgebruik in een kamp land, vroeger Den Auderen Camp, nu de Havercamp geheten, onderdeel van 8 kampen land in 't Vuchtbroeck.
Frater Henricus de Weerle, minister van de Keulse provincie der minderbroeders en meester in de theologie, keurt goed dat jonkvrouwe Elisabeth, dochter van Leonius de Erpe, geprofeste zuster van Sint-Clara in 's-Hertogenbosch, met toestemming van de abdis Johanna van der Zijpt, haar testament herroept, met uitzondering van een legaat van 3 schilden aan haar broers en zuster en de overdracht aan haar zwager Ludolphus Buck van het vruchtgebruik in een kamp land, vroeger Den Auderen Camp, nu de Havercamp geheten, onderdeel van 8 kampen land in 't Vuchtbroeck.