Schepenen van Sint-Oedenrode oorkonden dat Henrick Wouters, gemachtigd door prior en convent van de kartuizers in Vught, gedaagd heeft Arnt Emont Arntssoen omdat hij gebruikt of laat gebruiken een stuk land in Sint-Oedenrode in Houthem aan de hei, waaruit aan het klooster een malder gerst erfpacht toekomt die voordien altijd betaald zijn. Jan antwoordt dat zijn vader deze grond gekocht heeft en dat er toen een huis op stond met enkele lasten. Schepenen vonnissen dat Jan de grond moet laten liggen voor het klooster of de malder gerst erfpacht betalen.
Schepenen van Sint-Oedenrode oorkonden dat Henrick Wouters, gemachtigd door prior en convent van de kartuizers in Vught, gedaagd heeft Arnt Emont Arntssoen omdat hij gebruikt of laat gebruiken een stuk land in Sint-Oedenrode in Houthem aan de hei, waaruit aan het klooster een malder gerst erfpacht toekomt die voordien altijd betaald zijn. Jan antwoordt dat zijn vader deze grond gekocht heeft en dat er toen een huis op stond met enkele lasten. Schepenen vonnissen dat Jan de grond moet laten liggen voor het klooster of de malder gerst erfpacht betalen.