Archieven

245 Klooster Sophiae Domus in Vught, (1303) 1465-1641 (1653)

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

245 Klooster Sophiae Domus in Vught, (1303) 1465-1641 (1653)

Delen

Doorsturen per email

Delen via Facebook

Delen via X (Twitter)

Printen

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Favoriet of een notitie maken

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Stuur een reactie naar Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)

Inleiding

Historisch overzicht

Het archief

Aanwijzingen voor de gebruiker

926 beschreven archiefstukken

287 gedigitaliseerd

totaal 2.135 bestanden

Delen

Doorsturen per email

Delen via Facebook

Delen via X (Twitter)

Printen

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Favoriet of een notitie maken

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Stuur een reactie naar Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)

Inventaris

Relatie met de wereldlijke overheid

Toon details van deze beschrijving

Relatie met de geestelijke overheid

Toon details van deze beschrijving

Verwerving en beheer van goederen en rechten

Toon details van deze beschrijving

Stukken waarvan het verband met het archief niet duidelijk is

Toon details van deze beschrijving

Regesten

Toon details van deze beschrijving

Records 1 t/m 100

Records 101 t/m 200

Records 201 t/m 300

Records 301 t/m 400

Records 401 t/m 500

Records 501 t/m 600

600 1550-10-29.
Schepenen van Sint-Oedenrode oorkonden dat Hanrick, zoon van Art Emonts, overgedragen heeft aan broeder Dirck van Meuwen, prior van de kartuizers in Vught, en broeder Hanrick van Merlo, procurator, een stuk van 1 lopenzaad in Sint-Oedenrode in Houthem, gelegen naast een goed van deze Hanrick en verder rondom grenzend aan goederen van de kartuizers.

601 1550-02-23.
Notaris Alardus Arnoldi oorkondt dat broeder Peter Bosmanss van Diepenbeeck, in de toekomst kartuizer, zijn testament gemaakt heeft, waarbij hij de goederen die hem toegevallen zijn door de dood van zijn vader Jan Bosmans, en al zijn andere goederen vermaakt aan de kartuizers van Vught die het mogen verkopen via zijn executeurs-testamentair Jan Eyben en Cornelis Lockmans, en wel een erfrente uit een huis en hof in Diepenbeek. Gedaan in de gastenkamer bij de kartuizers onder handtekening en zegel van de notaris.

602 1553-03-15.
Schepenen van Nuenen oorkonden dat Henrick Joest Janssoen, mede namens zijn broers, zusters en zijn oom Henrick Jan Goeylofssoen, overgedragen hebben aan Peterken Gerit Snoxdochter van Doern een erfpacht van 1 malder rogge uit onderpanden in Someren.

603 1557-09-25.
Robertus de Bergis, bisschop van Luik, oorkondt dat hij het verzoek inwilligt van prior en convent van de kartuizers in Vught een oud gebedshuis, te klein op de plaats van het koor en de 'templum', door ouderdom bijna kapot en versleten, te mogen slopen met de bijgebouwen en een nieuwe kerk en koor te bouwen ter ere van God, Sint-Sophia en Alle Heiligen met de vereiste aanpassingen in de lengte, breedte en hoogte, en bij hun klooster een kapel te bouwen waar devote vrouwen bijeen kunnen komen om heilige zaken aan te horen. Alle bezoekers van de kapel die daar drie onzevaders en drie weesgegroetjes bidden en het onderhoud van de kapelfabriek ondersteunen krijgen 40 dagen aflaat.

604 1560-05-09.
Henricus, zoon van Johannes Ghijsbertszoen, heeft verkocht aan Michael, zoon van Willelmus Goessenszoen, een erfcijns van 2 karolusgulden uit twee aaneengelegen huizen in Drunen aan de gemeint van Loon op Zand.

605 1564-10-30.
De Staten van Brabant verklaren verkocht te hebben aan Catrine de Plames een losbare erfrente van 75 karolusgulden op het kwartier van Antwerpen.

606 1565-06-28.
Kinderen van Johannes, zoon van Johannes Willemszoen, hebben verkocht voor schepenen van 's-Hertogenbosch aan heer Johannes, zoon van Godefridus Arnoldi, kanunnik van Boxtel, een stukje bouw- en weiland, geheten De Brouwer, 9 lopenzaad groot en gelegen in Sint-Oedenrode in Houthem, grenzend aan goed van de kartuizers in Vught, met diverse lasten waaronder ½ braspenning voor de hertog en een cijns van 1 pond en een erfpacht van 5 vaten rogge aan de kapel van Olland.

607 1566-03-07.
Robertus Johannis Ossius, vice-pastoor van Vught Sint-Lambertus, oorkondt dat Peterken, dochter van Gerit Snocx, in zijn bijzijn, nadat hij haar de laatste sacramenten toegediend had, haar testament gemaakt heeft, waarbij zij legateert aan de Sint-Janskerk in Den Bosch en de vier biddende orden ieder een stuiver; voor de mis van het Heilig Sacrament die men iedere vrijdag in de kerk van Vught Sint-Lambertus zingt, 3 pond payment rente voor het onderhoud van deze mis en voor een officiant om voor haar ziel te bidden, te betalen uit een goed waarop Jan Goessens die Mesmaker woont in Vught; aan diverse familieleden renten, kledingstukken en huisraad; aan iedere 'heerbroeder' van de kartuizers eenmalig 12 stuiver; ten behoeve van het huis van het kartuizerklooster aan de voorste poort twee bedden met toebehoren. Ten behoeve van een eeuwig jaargetijde met mis en vigilie in de kerk van de kartuizers met een pitantie voor de heren op deze dag schenkt ze aan de prior uit haar erfelijke goederen 125 gulden; alle overige zaken komen aan haar zoon Bartholomeus, procurator van het genoemde klooster. Tot uitvoerder van het testament benoemt ze heer Jan Horcmans, pastoor van Sint-Petrus te Vught, met toestemming van heer Hanrick, haar broer, prior van de kartuizers, en heer Bartholomeus, haar zoon.

608 1568-05-10.
De gemene stad 's-Hertogenbosch oorkondt dat ze aan Willem, natuurlijke zoon van Marcelis Henricxzoen en Ermgaert dochter van Willem van Andel, nu ongeveer 3 jaar oud, een lijfrente op de stad verkoopt van 8 Karolusgulden jaarlijks.

609 1572-01-03.
Michael, zoon van Willelmus Goessensoen, heeft overgedragen voor schepenen van 's-Hertogenbosch aan broeder Henricus de Dessel, procurator van de kartuizers in Vught, een erfcijns van 2 karolusgulden uit 2 aaneenliggende huizen met toebehoren in Drunen.

610 1573-10-17.
Heer Cornelius de Cemiterio, prior van de kartuizers in Vught, heeft verkocht voor schepenen van 's-Hertogenbosch aan broeder Johannes de Knechsel, als biechtvader van de zusters op de Windmolenberg in 's-Hertogenbosch, een erfcijns van 12 karolusgulden uit alle goederen van het klooster, losbaar met 200 karolusgulden.

611 1575-12-17.
Erfgenamen van Jenneken, natuurlijke dochter van Eleus Elissen, verklaren voor schepenen van 's-Hertogenbosch dat Aert, zoon van Roeff Peeterssen, afgelost heeft de erfcijns van 30 stuiver uit 4 lopenzaad akkerland (met aan de ene kant land van de kartuizers) in Liempde onder Boxtel, in Kasteren bij Sint Anthonis Huysken aldaar.

612 1588-12-13.
De heren Cornelius van de Kerkckhove, prior, heer Henrick van Dessel, procurator, Livinus van Gendt, vicarius, Cornelis die Groot, oudste, Peter van Exel en Adriaen van Vessem, kartuizers, vroeger in Vught, nu in Sint-Michielsgestel wonend, beloven dat ze voor 900 gulden Brabants, die ze ontvangen hebben van Peter Jann Claessoon uit Deurne, de helft van hun korentiend met de helft van de smaltienden in Deurne in het gehucht Ten Heytraecke en Moosdijck, leengoed van Echternach, te zullen transporteren voor schepenen van 's-Hertogenbosch. Het klooster behoudt het recht deze tienden met hetzelfde bedrag te lossen. Met de handtekeningen van genoemde kartuizers.

613 1601-03-08.
Meier en schepenen van Zwijndrecht bij Antwerpen oorkonden dat na processen voor de Grote Raad van Mechelen openbaar verkocht is aan Peeter Daems Peeters, koopman te Antwerpen, een huis met toebehoren in Zwijndrecht.

614 1601-03-21.
Heer Florentius Massereel, commandeur van Vught, zoon van jonker Henricus, en Ambrosius Henricxssen de Gemert hebben ieder overgedragen voor schepenen van 's-Hertogenbosch aan heer Leonardus Bornberge, biechtvader van de zusters bij de Tolbrug in 's-Hertogenbosch, 2 mud erfpacht rogge uit een erfpacht van 7 mud uit tweevijfde deel van het goed Ten Middegael en de windmolen ernaast, van Die Scorfde Hoeve, van Die Campe in Helletssem, alles gelegen in Veghel (de andere 3 mud zijn al van de zusters).

615 1602-04-12.
De Staten van Brabant geven vidimus van de akte van 1564-10-30.

616 1602-07-11.
Schepenen van Antwerpen oorkonden dat Johanne Wtening, dochter van jonker Jan en Catharine de Plamis, verkocht heeft aan Peter van Hegelsem een losbare erfrente van 75 karolusgulden van de Staten van Brabant op het kwartier van Antwerpen.

617 16(07)-08-(17).
Schepenen van Escharen oorkonden dat Hanrick Jordenssen en Luenis Luenissen, kerkmeesters van Esscharen, overgedragen hebben aan broer Jan van Steellant, prior van de kartuizers van Vught, een stuk nieuw land van 1 morgen, aan een land liggend aan goed van de kartuizers langs de beek.

618 1605-03-21.
Maria, dochter van Baudewinus zoon van Gerardus Willegemans, tevens vervangend haar zuster Berta, en Lambertus, zoon van Boudewinus Paymans zoon van meester Ghijsbertus, hebben erkend dat heer Melchior Charles, procurator van de kartuizers, vroeger in Vught, nu in 's-Hertogenbosch wonend, als eigenaars van de te noemde onderpanden, gelost heeft bij Maria de helft van een erfpacht van 3 mud gerst en bij Lambertus het vierde deel van een erfpacht van 3 mud gerst en de helft van 3 steen vlas. Het nog niet geloste kwart van de 3 mud gerst en de helft van de 3 steen vlas worden nog geheven door Lambertus en zijn kinderen. De onderpanden zijn volgens de beschrijving van 1385-01-04 goederen in Kasteren onder Boxtel: twee kampen aan de Dommel, Die Wedehage en Die Nieubuenre geheten; vier stukjes land, waarvan er twee grenzen aan een straat, Die Hoogestraet, daar, en de andere twee aan Die Wedehage; 1½ streep land in Die Nijeubuenre (de hele streep ervan grenst aan voornoemde straat); Die Dorenacker en de wei ernaast aan de Boxtelse kant en de wei aan het eind ervan in westelijke richting; een streep land naast Die Dorenacker, namelijk aan het eind ervan in oostelijke richting; een akker land gelegen Op die Brake aan een gemeenschappelijke steeg; een stuk land geheten Dat Boertken; een stukje roggeland; de helft van reedsgenoemde wei, grenzend aan laatstgenoemd stukje land en de Dommel; en de helft, toebehorend aan Laurentius, zoon van Gijbo de Zandoerle, echtgenoot van Aleydis dochter van Johannes Zelen, in een hoeve in Boxtel in Zavendonk.

619 1605-10-04.
Lambrecht Peyman, zoon van Boudewijn zoon van meester Gijsbrecht Peyman, doctor in de medicijnen en weduwnaar van Franchijntken, dochter van Gregoris van der Mere, heeft overgedragen voor schepenen van 's-Hertogenbosch aan broeder Egidius van den Kerckhove, kloosterling van de kartuizers in Vught, zijn vruchtgebruik van een erfpacht van 6 zester gerst en 1½ steen vlas, die de kartuizers van Vught hem en zijn kinderen moeten betalen uit hun goederen in Boxtel krachtens de akte van 1385-01-05, op voorwaarde dat na zijn dood zijn kinderen dit recht terugkrijgen.

620 1611-01-10.
Stadhouder van de lenen van Gelre en Zutphen oorkondt dat Jacob de Groot wegens overlijden van Peter de Groot, bij volmacht van Simon Tapper, prior van de kartuizers te Vught, van 30 oktober 1610, voor leenmannen in leen ontvangen heeft ten behoeve van de kartuizers de grote tienden van Nieuwaal met toebehoren in de Bommelerwaard, zoals vroeger heer Aert van Herlaer die in leen hield.

621 1612-09-11.
Stadhouder van de lenen van Gelre en Zutphen oorkondt dat Gosen van Steenler, doctor in de rechten, wegens overlijden van Jacob de Groot op verzoek van Simon Tapper, prior van de kartuizers te Vught, voor leenmannen in leen ontvangen heeft ten behoeve van de kartuizers de grote tienden van Nieuwaal met toebehoren in de Bommelerwaard, zoals vroeger heer Aert van Herlaer die in leen hield.

622 1612-11-20(?).
Johan Sigismund van Brandenburg, Anna van Pruisen, Ernst van Brandenburg en Wolfgang Willem van Neuburg oorkonden dat ze uitspraak gedaan hebben in het langlopend geschil tussen de kartuizers van Vught, nu in 's-Hertogenbosch wonend, en de inwoners van Velp en Reek in het Land van Ravenstein, omdat de kartuizers de helft van de Padtbroicksche Heyde opeisten krachtens een aankomsttitel van 1464 en betaling van een erfcijns van 4 schelling aan de rentmeester van Ravenstein (hoewel ze de omvang niet konden aantonen), terwijl de inwoners van Velp de gemeint in 1348 gekocht hebben van Walraven van Valkenburg, heer van Herpen en Ravenstein. De inwoners van Velp willen de pachters van de hoeve van de kartuizers Ter Heiden geen gebruik ervan laten maken en schutten hun runderen en schapen. De pachter mag er voortaan 75 of 80 schapen met hun lammeren laten weiden, maar hij mag er geen plaggen meer steken. De kartuizers, de inwoners van Velp en die van Reek moeten ieder een derde deel van de proceskosten betalen. Na deze uitspraak van 1612-10-18 en goedkeuring door frater Joanne Nanningo, procurator van de kartuizers, en de inwoners van Velp bezegelen deze twee partijen de akte mee.

245 Klooster Sophiae Domus in Vught, (1303) 1465-1641 (1653)

Inventaris

Regesten

Delen

Doorsturen per email

Delen via Facebook

Delen via X (Twitter)

Printen

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Favoriet of een notitie maken

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Stuur een reactie naar Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)

622

1612-11-20(?).
Johan Sigismund van Brandenburg, Anna van Pruisen, Ernst van Brandenburg en Wolfgang Willem van Neuburg oorkonden dat ze uitspraak gedaan hebben in het langlopend geschil tussen de kartuizers van Vught, nu in 's-Hertogenbosch wonend, en de inwoners van Velp en Reek in het Land van Ravenstein, omdat de kartuizers de helft van de Padtbroicksche Heyde opeisten krachtens een aankomsttitel van 1464 en betaling van een erfcijns van 4 schelling aan de rentmeester van Ravenstein (hoewel ze de omvang niet konden aantonen), terwijl de inwoners van Velp de gemeint in 1348 gekocht hebben van Walraven van Valkenburg, heer van Herpen en Ravenstein. De inwoners van Velp willen de pachters van de hoeve van de kartuizers Ter Heiden geen gebruik ervan laten maken en schutten hun runderen en schapen. De pachter mag er voortaan 75 of 80 schapen met hun lammeren laten weiden, maar hij mag er geen plaggen meer steken. De kartuizers, de inwoners van Velp en die van Reek moeten ieder een derde deel van de proceskosten betalen. Na deze uitspraak van 1612-10-18 en goedkeuring door frater Joanne Nanningo, procurator van de kartuizers, en de inwoners van Velp bezegelen deze twee partijen de akte mee.

Ontwikkelingsstadium:

oorspronkelijk inv.nr. 100

Zie ook: