Afkortingen:
ARA = Algemeen Rijksarchief
R.A. = Rijksarchief
Coll. = Collectie
inv. = inventaris
inv.nr. = inventarisnummer
fol. = folio
fm = film(s)
ft = fotokopie(ën)
kw = Kwartier
r = recto (voorzijde van de folio)
mf = microfiche(s)
v = verso (achterzijde van de folio)
Veel van deze bronnen worden eveneens toegelicht of zijn gebruikt voor het proefschrift van Eduard van Ermen 'Feodaal-heerlijke verhoudingen en territoriale patronen in het middeleeuwse hertogdom Brabant (12de-14de eeuw) met bijzondere aandacht voor de regio Leuven', 6 dln. (K.U. Leuven, 1989). Dit proefschrift is te raadplegen op het stadsarchief te 's-Hertogenbosch. Voor de Meijerij van 's-Hertogenbosch is deze studie echter niet altijd even betrouwbaar. Zie voorts de kopnotities bij de verschillende onderdelen.
Voor het aantal microfiches per inventarisnummer of groep van nummers (soms staan meerdere inv.nrs. op één fiche) wordt verwezen naar bijlage I. Voorts dient te worden opgemerkt dat bij de beschrijvingen soms wordt verwezen naar op het Rijksarchief in Noord-Brabant te 's-Hertogenbosch reeds aanwezige oudere kopieën of afschriften, en naar aldaar berustende bronnen.
Rijksarchief in Noord-Brabant, 1997
Brabants Historisch Informatie Centrum
Philips de Schone, hertog van Brabant, bepaalt op verzoek van 's-Hertogenbosch , dat Vught, Rosmalen en Berlicum 10 jaar lang bij moeten dragen in de accijnzen op bier, wijn, brood, vlees enz.
De stad moet deze heffen om haar schulden te kunnen betalen en om de kosten van de oorlogen tegen de van Luik en Gelre te financieren. Voorwaarde is dat de stad de beden van deze dorpen voor haar rekening neemt, de hertog schadeloos stelt voor de vermindering van het hem toekomende gruitrecht en dat binnen een halve mijl gerekend vanaf de grenzen van de 3 dorpen de komende 10 jaar geen nieuwe herbergen, tavernen, bakkerijen, brouwerijen, 'cabaretten' mogen worden opgericht, dit teneinde fraude en ontduiking tegen te gaan
Philips de Schone, hertog van Brabant, bepaalt op verzoek van 's-Hertogenbosch , dat Vught, Rosmalen en Berlicum 10 jaar lang bij moeten dragen in de accijnzen op bier, wijn, brood, vlees enz.
De stad moet deze heffen om haar schulden te kunnen betalen en om de kosten van de oorlogen tegen de van Luik en Gelre te financieren. Voorwaarde is dat de stad de beden van deze dorpen voor haar rekening neemt, de hertog schadeloos stelt voor de vermindering van het hem toekomende gruitrecht en dat binnen een halve mijl gerekend vanaf de grenzen van de 3 dorpen de komende 10 jaar geen nieuwe herbergen, tavernen, bakkerijen, brouwerijen, 'cabaretten' mogen worden opgericht, dit teneinde fraude en ontduiking tegen te gaan