skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic
Menu
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic

Archieven

1107 Microfiches van archivalia in Algemeen Rijksarchief Brussel over Noord-Brabant over de periode ca. 1312-18e eeuw, 1994-1998

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
1107   Microfiches van archivalia in Algemeen Rijksarchief Brussel over Noord-Brabant over de periode ca. 1312-18e eeuw, 1994-1998
Inleiding
Deze inventaris bevat een overzicht van de bestanden uit het Algemeen Rijksarchief te Brussel, die in opdracht van het Streekarchief 'Het Kwartier van Oisterwijk' en de 'Brabantse Kring van Archivarissen' zijn verfilmd in de jaren 1993-1997. Deze microfiches zijn geplaatst in studiezaal 2 van het Brabants Historisch Informatie Centrum.

Afkortingen:
ARA = Algemeen Rijksarchief
R.A. = Rijksarchief
Coll. = Collectie
inv. = inventaris
inv.nr. = inventarisnummer
fol. = folio
fm = film(s)
ft = fotokopie(ën)
kw = Kwartier
r = recto (voorzijde van de folio)
mf = microfiche(s)
v = verso (achterzijde van de folio)
Voor toelichting en literatuur zie: P.Th. de Lange en drs. W.F.L. Reijnders, 'Brabantse bronnen in Brussel, voorlopige overzichten van archivalia betrekkelijk de stad en Meijerij van 's-Hertogenbosch, berustende in het Algemeen Rijksarchief te Brussel' (1992). Vele beschrijvingen hierin van verfilmde archivalia zijn sindsdien door de Lange, Reijnders en door Buiks aangepast.

Veel van deze bronnen worden eveneens toegelicht of zijn gebruikt voor het proefschrift van Eduard van Ermen 'Feodaal-heerlijke verhoudingen en territoriale patronen in het middeleeuwse hertogdom Brabant (12de-14de eeuw) met bijzondere aandacht voor de regio Leuven', 6 dln. (K.U. Leuven, 1989). Dit proefschrift is te raadplegen op het stadsarchief te 's-Hertogenbosch. Voor de Meijerij van 's-Hertogenbosch is deze studie echter niet altijd even betrouwbaar. Zie voorts de kopnotities bij de verschillende onderdelen.

Voor het aantal microfiches per inventarisnummer of groep van nummers (soms staan meerdere inv.nrs. op één fiche) wordt verwezen naar bijlage I. Voorts dient te worden opgemerkt dat bij de beschrijvingen soms wordt verwezen naar op het Rijksarchief in Noord-Brabant te 's-Hertogenbosch reeds aanwezige oudere kopieën of afschriften, en naar aldaar berustende bronnen.

Rijksarchief in Noord-Brabant, 1997
Brabants Historisch Informatie Centrum
Aanwijzingen voor de gebruiker
Bijlagen
1.427 beschreven archiefstukken
5 gedigitaliseerd
totaal 2.240 bestanden
Inventaris
Rekenkamers: cartularia en registers
Ontvanger-generaal: schoutsrekeningen op rol vóór 1404
Rekenkamers: schoutsrekeningen in registers
Hertog van Brabant: cijns- en leenboeken
Raad en Leenhof van Brabant in Brussel
Civiel proces tussen schouten Meierij
Officie Fiscaal, dossiers kleine nrs
Notarissen, advocaten en procureurs, benoemd door Raad van Brabant in Brussel
Leproserie van Terbank
Rekeningen van rentmeester domeinen van Zevenbergen
Familie de limpens
Kaart van Aarle-Rixtel
Handschriftenverzameling
Inventarissen 2e afdeling Algemeen Rijksarchief in Brussel
Inventarissen 3e afdeling Algemeen Rijksarchief in Brussel
Leeszaal inventarissen
Nadere toegangen
Uittreksels uit akten, inventarisnrs 292-335 van de Rekenkamer van Brabant, de betrekking hebben op grondgebied huidige provincie Noord-Brabant
Uittreksels uit akten, inventarisnrs 632-644 van de Rekenkamer van Brabant, de betrekking hebben op grondgebied huidige provincie Noord-Brabant
Inleiding
Uittreksels
632. Akten, dienende ter verificatie van rekeningen van audiencier van Brabant, wegens ontvangst zegelrecht van Brabant, kopie-grossen
633. Akten, dienende ter verificatie van rekeningen van audiencier van Brabant, wegens ontvangst zegelrecht van Brabant, kopie-grossen, 1478-1487
635. Akten, dienende ter verificatie van rekeningen van audiencier van Brabant, wegens ontvangst zegelrecht van Brabant, kopie-grossen
636. Akten, dienende ter verificatie van rekeningen van audiencier van Brabant, wegens ontvangst zegelrecht van Brabant, kopie-grossen
637. Akten, dienende ter verificatie van rekeningen van audiencier van Brabant, wegens ontvangst zegelrecht van Brabant, kopie-grossen
638. Akten, dienende ter verificatie van rekeningen van audiencier van Brabant, wegens ontvangst zegelrecht van Brabant, kopie-grossen
639. Akten, dienende ter verificatie van rekeningen van audiencier van Brabant, wegens ontvangst zegelrecht van Brabant, kopie-grossen
640. Akten, dienende ter verificatie van rekeningen van audiencier van Brabant, wegens ontvangst zegelrecht van Brabant, kopie-grossen
642. Akten, dienende ter verificatie van rekeningen van audiencier van Brabant, wegens ontvangst zegelrecht van Brabant, kopie-grossen
643. Akten, dienende ter verificatie van rekeningen van audiencier van Brabant, wegens ontvangst zegelrecht van Brabant, kopie-grossen
1107 Microfiches van archivalia in Algemeen Rijksarchief Brussel over Noord-Brabant over de periode ca. 1312-18e eeuw, 1994-1998
Inventaris
Nadere toegangen
Uittreksels uit akten, inventarisnrs 632-644 van de Rekenkamer van Brabant, de betrekking hebben op grondgebied huidige provincie Noord-Brabant
Uittreksels
643. Akten, dienende ter verificatie van rekeningen van audiencier van Brabant, wegens ontvangst zegelrecht van Brabant, kopie-grossen
Datering:
1548-1551
NB:
Betreft bijlagen horende bij de 2e t/m 4e rekening van de audiencier Joos de Facuwez.
196 1548, september.
Kwijtschelding van de doodslag begaan op Hendrik geboren in Bergeijk, van beroep molenkarrijder en knecht van Jan de Craen door Jan Thijs, inwonend poorter van Antwerpen en molenaar.
Op 5 september j.l. was hij 's middags gereden naar het huis van een kanunnik genaamd [niet ingevuld] Amaras van de O.L. Vrouwkerk te Antwerpen om koren op te halen. Op de zolder werd het koren door de gezworen meters gemeten. Er waren reeds 40 tot 50 zakken gevuld om naar de molen gebracht te worden. Een zak viel om en omdat hij niet goed dichtgebonden was, viel er wat graan omlaag. Er ontstond ruzie tussen hen over de vraag wie de zak niet goed dichtgebonden had. Hendrik trok zijn opsteker, Jan kon niet wegkomen omdat de deur versperd was door zakken graan. Hendrik was bovendien dronken. Jan trok dus zijn eetmes en raakte Hendrik in de linkerborst. Hendrik stierf kort daarop.
197 1548, oktober.
Kwijtschelding van de doodslag begaan op Quirijn Belrebus/Belderbus, hopman van een vendel voetknechten door Pieter van den Grave, poorter van Dordrecht.
Met Kerstmis 1532 -hij woonde toen in 's-Hertogenbosch-ging hij met Quirijn 's middags om 4 uur naar de taverne van Hans Stevens in 's-Hertogenbosch. Na een tijd kwamen binnen Antonie Otte en een zekere Lokaert de bier bestelden. De waardin weigerde dat te doen omdat zij dronken waren. Lokaert nam toen een drievoetstoel en wierp de naar de vrouw, haar uitscheldende voor hoer. Daarop viel hij haar met zijn degen aan. Er ontstond een gevecht en Pieter kwam tussenbeide, waarbij hij ernstig aan zijn hand gewond werd. Hij vluchtte, maar bleef aangevallen worden door Lokaert. Antonie kwam zijn kameraad te hulp en werd toen door Pieter met zijn mes doodgestoken. Belderbus beloofde voor hem gratie te verzoeken, maar later bleek dat dit niet gebeurd was.
198 1548, december.
Kwijtschelding van de doodslag begaan op Jut, de vrouw van Goort Hendrik Thomasz door Ees, dochter van Gijsbrecht Gerrit Thijsz, wonend in Veghel. Rond Allerheiligen 1547, op een zaterdag, kwam Goort Hendrik Thomasz voorbij haar huis. Zij groetten elkaar en Ees vroeg waar hij heen ging. Afgesproken werd dat zij samen maandag daarop naar het kraamfeest van ene Jan Stanssaerts zouden gaan. Tijdens dit feest ontstond er een woordenwisseling over een schoteldoek de Goort bij zich had en de van haar was. Jut, de vrouw van Goort, schold haar uit voor onder meer hoer en wierp haar een pot bier in de schoot. Na afloop van de maaltijd raakten de 2 vrouwen buiten met elkaar in gevecht. Zij werden door andere vrouwen gescheiden. Op weg naar huis passeerde Ees het huis van Joris Hendriksz waar Goort zat te drinken. Goort viel haar aan met zijn opsteker. Zij vluchtte. Even verderop kwam zij Jut weer tegen. Er volgde opnieuw een gevecht. Al vechtend geraakten zij weer bij het huis van Joris Hendriksz Ees wierp een drievoetstoel naar het hoofd van Jut en raakte haar. Daags daarop spoelde Jut met blote armen varkens-pensen uit in het water. Zes dagen daarna heeft zij nog in gezelschap bier gedronken. De wond aan haar hoofd raakte echter ontstoken, zodat zij overleed.
199 1548, december.
Nieuwe akte van gratie verleend aan Antonie Willemsz, zakkendrager en inwoner van 's-Hertogenbosch (zie nr 195).
In het verzoekschrift voorafgaand aan de vorige akte heeft hij enkele belangrijke omstandigheden niet goed weer gegeven. Hij vreest nu dat de procureur-generaal van de Raad van Brabant bezwaren zal maken, zodat de akte niet ge-interineerd kan worden.
200 1548, juli.
Karel V bepaalt dat de onroerende goederen de het klooster Mariënburg op de Uilenburg in 's-Hertogenbosch tussen 1477 en 1516 heeft verworven en de in 1516 zijn aangegeven bij de fiscus geamortiseerd zijn dat wil zeggen ze zijn en blijven het bezit van het klooster. Deze gronden zijn echter niet vrijgesteld van reële belastingen.
201 1549, april.
Kwijtschelding van de doodslag begaan op Andries Hendrik Hillentsz door Simon Lucas Hobbenzn, wonend in Erp.
Op 15 maart j.l. zat hij bier te drinken in een herberg in Erp. Een van zijn drinkgenoten was Andries. Na veel gedronken te hebben, leek het alsof hij in slaap gevallen was. Plotseling sprong hij op en maakte ruzie met Simon. Hij sloeg Simon 3 gaten in het hoofd, waarop deze zich verweerde met een opsteker. Andries werd voor in de borst gestoken, zodat hij een uur later overleed.
De gratie wordt verleend bij gelegenheid van de Blijde Inkomste van prins Philips als hertog van Brabant [1549].
202 1549, juni.
Kwijtschelding van de doodslag begaan op Adriaan Domisz door Jan Laurensz geboren in Sprundel bij Breda.
Hij was koster in Sprundel en hield een herberg om te tappen voor passanten. Op Halfvasten 1546 wilde hij gaan sluiten, maar toen kwam Adriaan, de zeer dronken, was aanlopen. Hij drong naar binnen en ging met de dienstbode op de keldertrap zitten, roepend om drank. Jan weigerde, waarop er een woordenwisseling ontstond de uitliep op een gevecht. Jan stak met zijn opsteker Adriaan in het dikke deel van zijn been 'omtrent sijn eeghenisse'. Deze overleed de dag daarop.
De gratie wordt verleend bij gelegenheid van de Blijde Inkomste van prins Philips.
203 1549, mei.
Kwijtschelding van de doodslag begaan op Antonie Lichthert, voorheen hopman van een bende voetknechten, door Hendrik van Nuddelaer, borger van 's-Hertogenbosch.
Hij heeft zijn vorst als lansknecht lang gediend. Op Sint-Maria Magdalena 1541 kwam hij in de herberg genaamd De Molen in de Hinthamerstraat. Daar zaten de waard en de waardin met Antonie te drinken. Antonie was zeer dronken. Hendrik groette, maar Antonie noemde hem een halve gezel oftewel een booswicht. Na nog wat scheldwoorden ontstond er een gevecht. Antonie stak met zijn ponjaart Hendrik in de hand, waarop deze met zijn ponjaard Antonie door het hoofd stak. Deze overleed 24 uur later. Enige tijd later pleegde hij weer een doodslag in het land van de prins van Oranje. Ook voor dit feit heeft hij van deze prins gratie verkregen.
De gratie wordt verleend bij gelegenheid van de Blijde Inkomste van prins Philips.
204 1549, mei.
Legitimatie van Isabella van Nassau, natuurlijke dochter van wijlen Hendrik, graaf van Nassau, destijds verwekt bij [naam niet ingevuld] de toen ongehuwd was. Zij is door haar vader uitgehuwelijkt aan Johan van Renesse, ridder, van wie zij 9 kinderen heeft.
205 1549, oktober.
Kwijtschelding van de doodslag begaan op Antonie Hendrik Meusz door Gerard Dirk Hendriksz, wonend in Erp.
Op 1 mei 1542 gaf Hendrik Moels de in zijn herberg zijn bruiloft vierde een ton bier aan de gasten. Het gezelschap raakte dronken. Antonie trok zijn degen en dreigde daarmee iedereen te steken. Toen de andere gasten in de herberg bezwaar maakten tegen dit gedrag en Gerard hoorde dat er messen getrokken werden, nam hij om een vechtpartij te voorkomen een stok en sloeg Antonie daarmee op het hoofd. Deze stierf nog diezelfde dag. Gerard nam de vlucht en verhuurde zich als ruiter aan wijlen de graaf van Buren en daarna aan de graaf van Arenberg.
206 1549, augustus.
Kwijtschelding van de doodslag begaan op Pieter Aartsz door Pieter Jansz, speldenmaker en wonend in 's-Hertogenbosch.
In augustus 1549 liep hij met zijn vrouw en het kind van zijn zuster van Hintham naar de stad, toen hij werd ingehaald door Pieter Aartsz Deze eiste dat Pieter zijn meester zou betalen. Pieter Jansz antwoordde dat hij altijd om geld vroeg als hij dronken was en dat hij dat beter kon doen als hij nuchter was. Daarop trok Pieter Aartsz zijn opsteker en er ontstond een gevecht met messen. Pieter Aartsz werd in zijn zijde gestoken en overleed 4 dagen later.
207 1549, december.
Kwijtschelding van de doodslag begaan op Jan de Vos door Jan van Aessche Jansz, wonend in Liessel.
Op zondag na Sint-Maarten 1547 was hij in de herberg van Jan de Vos genaamd De Wolf in het gezelschap van Klaas Pieters de op een trommel speelde en de door hem gehuurd was. De speler werd echter overgenomen door een ander drinkgezelschap dat onder leiding stond van Cornelis Vrancx. Jan nodigde Cornelis dus uit om even naar buiten te komen. Zij vochten met stokken totdat de avond viel en het donker werd. Jan de Vos kwam toen de hoek omgelopen en werd bij ongeluk geraakt door de stok van Jan. Hij stierf kort daarop.
208 1546 [sic], juni.
Legitimatie van Paul Noeris geboren in Antwerpen en natuurlijke zoon van Hendrik Noeris verwekt bij wijlen Alluijn Adriaansen afkomstig uit de omgeving van Breda.
209 1550, 24 januari..
Kwijtschelding van de diefstal van paarden door Hemmerik Wijers, burger van Deventer en thans gevangen zittend in Antwerpen.
Hij hield zich bezig met de handel in paarden. Drie jaar geleden is hij door toedoen van de moordbranders [een bende de chanteerde onder bedreiging van brandstichting] alles kwijtgeraakt. Vrienden van hem leenden hem toen wat geld om een nieuwe zaak op te zetten, maar dit werd hem gestolen. In wanhoop is hij toen weggetrokken met achterlating van zijn vrouw en kinderen. In de buurt van 's-Hertogenbosch heeft hij toen onder ingeving van de duivel een hem onbekende man 2 paarden en 2 veulens afhandig gemaakt. In de buurt van Mechelen werd hij ingehaald door de vreemdeling de zijn goed weer terugnam. Daarop werd hij door de markgraaf van Antwerpen aangehouden.
210 1550, februari.
Kwijtschelding van de doodslag begaan op Jan Ansems door Jan Gerard Reins. Acht dagen voor Sint-Jan Baptist was hij met anderen wezen drinken in het huis van Ansem Jan Ansems in het dorp Baarle. Men had op de dag in Baarle de vogel geschoten. Zij maakten goede sier tot de avond toe en gingen toen naar huis. Onderweg in het gehucht Loveren [onder Baarle] bij de linde aldaar kregen 2 mannen genaamd Klaas Canters en Jan Ansems ruzie. Jan kwam tussenbeide met in zijn hand een ongeladen bus. Toen dit niet hielp, vuurde hij eenmaal, waarop Klaas hem de bus uit zijn handen trok. Hij wilde geen gevecht en draaide zich om om naar huis te gaan. Hij werd toen van achteren aangevallen en kreeg een zware wond aan het hoofd. Wegens de duisternis kon hij niet zien wie dat gedaan had. Een eind verder kwam hij zijn drankgenoten tegen de beweerden dat Jan Ansems hem had aangevallen. Daarop ontstak hij in woede en verwondde Jan met zijn opsteker in de linker borst. Jan overleed 3 à 4 uur later na te hebben gebiecht en de laatste sacramenten te hebben ontvangen.
211 1549, november.
Kwijtschelding van de doodslag begaan op Teeuwen van Gijffenen door Jan Jansz van Sint-Oedenrode.
Met Halfvasten 1547 werkte hij als bakker in het Geefhuis in 's-Hertogenbosch. Hij kwam toen 's avonds met zijn molenkar thuis en kreeg een woordenwisseling met Teeuwen de in het bakhuis was. Teeuwen sloeg hem met een hamer de gebruikt wordt om stokvis mee te beuken. Om zich te verweren stak hij met zijn opsteker Teeuwen eenmaal in de rug en eenmaal in de zijde. Teeuwen overleed korte tijd later.
212 1550, 9 februari..
Verlenging van de vergunning voor het eerst in 1501 verleend aan 's-Hertogenbosch om accijnzen te heffen in Vught, Berlicum en Rosmalen.
De nieuwe vergunning loopt 6 jaar. Recognitiecijns van £ 12 (ad 40 gr.) te betalen aan de rentmeester domeinen in 's-Hertogenbosch. Verder dezelfde voorwaarden als in nr 2.
213 1550, april op Goede Vrijdag.
Kwijtschelding van de doodslag begaan op de priester genaamd Comptes door Adriaan Snels, wonend te Meerle.
Twee jaar geleden reed hij met zijn zoon Willem en zijn buurman Jan Jacobsz met 2 wagens naar Etten om daar stro op te halen. Ten huize van Willem de Cotere waar hij zijn wagen geladen werd veel gedronken. Buiten kwam hij een man tegen de hij niet kende. Later bleek het een priester genaamd Comptes te zijn de niet in priesterkleding rondliep. Deze priester woonde in Etten en was 'genoch van den roekeloosen levende'. Ook hij had veel gedronken. Comptes vond dat Adriaan met zijn wagen de weg versperde. Er ontstond een woordenwisseling. Zij werden door Willem en Jan gescheiden, maar de scheldpartij werd voortgezet. Heer Comptes viel Adriaan met zijn opsteker aan. Adriaan verweerde zich met zijn opsteker en stak Comptes in de linkerborst. Hij stierf kort daarna. Adriaan heeft 15 jaar geleden ook een doodslag begaan en daarvoor gratie gekregen.
214 1550, 14 juni..
Vergunning aan de priester, de voogden en de meesteressen van het Begijnhof buiten Bergen op Zoom om huizen in het hof, de toebehoren aan wereldlijke personen, te kopen wanneer zij vrijkomen.
Deze huizen worden nu gebruikt om banketten en 'bollebanen' te houden wat onverenigbaar is met de leefwijze van de begijnen. Zij mogen echter krachtens een edict van 1545 geen onroerende goederen verwerven. Voorwaarde is dat de gekochte goederen worden geregistreerd bij de Rekenkamer.
215 1550, 8 juli..
Legitimatie van Maximiliaan natuurlijke zoon van Rijcalt van Merode, heer van Oirschot en Hilvarenbeek, verwekt bij Geertrui dochter van Dirk Crommen.
216 1550, 8 juli..
Legitimatie van Margriet natuurlijke dochter van Rijcalt van Merode, heer van Oirschot en Hilvarenbeek, verwekt bij Geertrui dochter van Dirk Crommen.
217 1550, 8 juli..
Legitimatie van Rijcalt natuurlijke zoon van Rijcalt van Merode, heer van Oirschot en Hilvarenbeek, verwekt bij Geertrui dochter van Dirk Crommen.
218 1550, 8 maart..
Vergunning aan de vrijheid Oisterwijk om een huisje staande naast de kerk, waar 8 of 9 arme vrouwen in wonen, te kopen.
In of rond 1539 is dit huisje gekocht door Klaas van Oss, priester en wonend in de stad Diest en voor dit doel bestemd. Het is 57 vierkante roeden groot en een achterleen. Het bestuur van de vrijheid wil het huisje met de hof aankopen. Zij krijgen ook vergunning om een erfpacht van 2 mud rogge hen door een zekere vrouw gelegateerd te aanvaarden. Voorwaarde is dat het aantal vrouwen niet toe mag nemen en dat zij zich alleen met loonarbeid zoals naaien, spinnen, spoelen, kaarden e.d. van wol en linnen bezig houden en dat zij zich niet begeven in de handel in stoffen. Recognitiecijns van 1 goudgulden (ad 20 stuiver)aan de rentmeester domeinen in 's-Hertogenbosch en 6 stuivers voor de erfpacht.
219 1550, augustus.
Kwijtschelding van de doodslag begaan op Willem Pieter Lemmensz door Jacob Goijaart Luijensz, landbouwer.
September j.l. was hij met zijn zwager Michiel Jan Pietersz en anderen wezen drinken in Eersel in het huis van Lucie Schuffincx, waardin en biertapster. 's Avonds rond 8 uur kwam daar Willem binnen voorzien van een bus [een vuurwapen] en een onbekende kameraad. Zij zochten meteen ruzie. Er ontstond een groot gevecht, tijdens welk Jacob met zijn opsteker Willem bij het hoofd nam en een steek gaf 'int dikte van zijnen beene'. Willem werd ook gewond in rug en gezicht en overleed als gevolg daarvan. Jacob zelf werd zwaar gewond aan zijn keel. Hij bleef wel een half uur voor dood op de grond liggen.
220 1550, december.
Legitimatie van Jan van Merode, natuurlijke zoon van Rijcalt van Merode tot Petershem, verwekt bij Geertrui dochter van Dirk de Crom.
221 1551, februari.
Kwijtschelding van de doodslag begaan op Frans Verdijsteldonk door Maarten Willem Sbruijnen, oud 60 jaar en al 30 jaar schepen van Someren.
Hij had als oudste schepen in mei j.l. opdracht gekregen van de stadhouder van de schout van Peelland om samen met Elooi van Gistele, klerk van de schepenbank, naar de hoeve Ter Hofstad te gaan om daar de pachter Jan van Ruth onder dwang te verwijderen. Dit om een vonnis van de Raad van Brabant ten uitvoer te brengen. Dit vonnis resulteerde uit het proces tussen Frans van Bree en Jan van Ruth, dat door Frans gewonnen was. Jan weigerde echter van de hoeve te vertrekken. De andere schepenen, de vaak ook pachters van de hoeven van Postel waren en erbuiten wilden blijven, weigerden mee te werken.
Zondag 1 juni werd de vogel geschoten, waarna er op maandag 2 juni weer geteerd werd. Maarten ging daarom pas 's avonds naar de herberg. Daar was Frans Verdijsteldonk, ook schepen en pachter van een Postelse hoeve. Deze beschuldigde Maarten ervan meegewerkt te hebben aan een kwade zaak en meineed gepleegd te hebben in het proces voor de Raad van Brabant. Maarten wierp een geldstuk op tafel en verklaarde in aanwezigheid van vele anderen dat hij hierover zou gaan procederen. Maarten wilde Frans met een aarden bierpotteke slaan, maar zijn vrouw hield hem tegen. Frans herhaalde zijn belediging en Maarten ging, toen niemand het muntstuk opnam, naar huis. Toen hij buiten liep, riep Frans hem na door een gat in de bouwvallige lemen wand. Maarten sloeg hem daarop met zijn wandelstok, de was voorzien van 2 ijzeren tandjes en de hij nodig heeft omdat hij slecht ter been is. Frans werd aan weerszijden van het oog gewond, maar de wonden bloedden nauwelijks. Er werd een pleister van eigeel op gelegd. Daags daarna raadpleegde hij de chirurgijn meester Dirk van Kessel. Deze zei dat de wond niet ernstig was.
222 1551, februari.
Legitimatie van Melchior van Goirle natuurlijke zoon van wijlen Willem Willemsz van Goirle Aartsz verwekt bij Liesbeth dochter van Zouwen Maartensz
223 1551, februari.
Kwijtschelding van de doodslag begaan op Paul zoon van Gerard Sanders door Hendrik Jansz, oud 23 of 24 jaar.
In 1549 rond Kerstmis woonde hij als jonge, ongehuwde man met Margriet weduwe van Christiaan Gerards Gerardsz, pachteres op de hoeve van Leijenborg onder Sint-Oedenrode. Daar woonde toen ook Adriaan Andriesz, een neef van Margriet de door Margriet was aangesteld tot voorman. Voor Kerstmis ging hij met Adriaan naar de bruiloft van de dochter van Vrientke Joerdens in het huis van Jan Pieters, Daar waren ook Jan en Paul kinderen van Gerard Sanders de Adriaan wilden slaan. Hij waarschuwde zijn meester. Deze leende een degen van Simon Willem Simonsz, waarna hij naar de keuken ging en deze lieden aansprak. Er ontstond een gevecht, tijdens welk Adriaan aan zijn handen gewond werd. Om zijn meester te helpen stak hij Paul met zijn opsteker of broodmes in zijn schouder. Deze overleed 15 of 16 dagen later.
224 1551, 8 juni..
Vergunning aan de kapelmeesters van Wanroij om 9 of 10 morgen van hun gemeijnte te verkopen om met de opbrengst een fonds te kunnen vormen voor de kapel van Wanroij.
Zij hebben toestemming van de abt van Mariënweerd om deze kapel, de in de parochie van Mil, ligt te verheffen tot een zelfstandige parochiekerk, mits er een fonds van 100 gulden jaarlijks wordt gevormd. De bisschop van Luik moet nog toestemming geven. Op de verkochte percelen rust een erfcijns van 1 Brab. stuiver per morgen te betalen aan de rentmeester domeinen van Grave en het land van Cuijk.
225 1551, 3 juli..
Vergunning aan de vrijheid Eersel om 50 bunder van hun gemeijnte te verkopen.
De opbrengst moet worden aangewend om de renten drukkend op de vrijheid af te lossen. Enige van deze renten zijn in het bezit van inwoners van 's-Hertogenbosch. Op de verkochte percelen rust een erfcijns van 1 oude groot per bunder. De verkochte percelen moeten bij de rentmeester domeinen in 's-Hertogenbosch worden aangegeven.
644. Akten, dienende ter verificatie van rekeningen van audiencier van Brabant, wegens ontvangst zegelrecht van Brabant, kopie-grossen
Poorterinschrijvingen in 's-Hertogenbosch, uit rekeningen van laagschout van 's-Hertogenbosch in Rekenkamer in Brussel inventarisnrs. 13003-13006
1.427 beschreven archiefstukken
5 gedigitaliseerd
totaal 2.240 bestanden

Kenmerken

Datering:
1994-1998
Vindplaats origineel:
BHIC 's-Hertogenbosch
Categorie:
1.427 beschreven archiefstukken
5 gedigitaliseerd
totaal 2.240 bestanden