1504 april 3
Notaris Jan zoon van Jan Willems van Balen, clericus van Luik, verklaart dat,
aangezien Goessen van den Hezeacker en Hendrik van Uden, provisoren van de broederschap van het Eerwaardig Heilig Sacrament in de Sint-Jan in 's-Hertogenbosch, inkomsten ontvangen hadden ten behoeve van kaarsen in de Sint-Jan op bepaalde kerkelijke feestdagen,
Gerit van Beest, landdeken en kanunnik van de Sint-Jan, meester Jan van Vladeracken en Albert Ketelers, provisoren van genoemde broederschap, erkennen ontvangen te hebben van Jan die Wolf Claaszoon:
geld voor een erfcijns, uit te reiken aan de knaap van genoemde broederschap onder bepaalde voorwaarden
1504 april 3
Notaris Jan zoon van Jan Willems van Balen, clericus van Luik, verklaart dat,
aangezien Goessen van den Hezeacker en Hendrik van Uden, provisoren van de broederschap van het Eerwaardig Heilig Sacrament in de Sint-Jan in 's-Hertogenbosch, inkomsten ontvangen hadden ten behoeve van kaarsen in de Sint-Jan op bepaalde kerkelijke feestdagen,
Gerit van Beest, landdeken en kanunnik van de Sint-Jan, meester Jan van Vladeracken en Albert Ketelers, provisoren van genoemde broederschap, erkennen ontvangen te hebben van Jan die Wolf Claaszoon:
geld voor een erfcijns, uit te reiken aan de knaap van genoemde broederschap onder bepaalde voorwaarden
Kenmerken
Het precieze jaar van openbaarheid kun je per inventarisnummer vinden.
Bij vragen kun je contact opnemen met het BHIC.