1530 augustus 26
Notaris Laurens Matheus van Sprang, clericus van Luik, verklaart dat Goert van Middegaal, schepen, provisor van de Baar van alle gelovige zielen in de Sint-Jan in 's-Hertogenbosch, mede namens zijn mede-provisoren Herman van Deventer, schepen, en Jan van den Wiel, jongste proost van de broederschap, en de wasmeester van de Baar Joris Sampson, mede namens zijn mede-wasmeester Adriaan van den Leemputte, erkennen ontvangen te hebben via Elizabet, dochter van Wouter van den Broek:
geld voor een erfcijns tot onderhoud van het Heilig-Kruislof op maandag na Driekoningen onder bepaalde voorwaarden
1530 augustus 26
Notaris Laurens Matheus van Sprang, clericus van Luik, verklaart dat Goert van Middegaal, schepen, provisor van de Baar van alle gelovige zielen in de Sint-Jan in 's-Hertogenbosch, mede namens zijn mede-provisoren Herman van Deventer, schepen, en Jan van den Wiel, jongste proost van de broederschap, en de wasmeester van de Baar Joris Sampson, mede namens zijn mede-wasmeester Adriaan van den Leemputte, erkennen ontvangen te hebben via Elizabet, dochter van Wouter van den Broek:
geld voor een erfcijns tot onderhoud van het Heilig-Kruislof op maandag na Driekoningen onder bepaalde voorwaarden
Kenmerken
Het precieze jaar van openbaarheid kun je per inventarisnummer vinden.
Bij vragen kun je contact opnemen met het BHIC.