1293, feria quinta post Mediam Quadragesimam.
Schepenen van Buschoducis oorkonden, dat heer Johannes, cellier van het klooster van Berne, en Elysabeth van Beurghelen, burgeres van de stad, ter slechting van een geschil zijn overeengekomen aangaande de goederen in Hedechusen, die destijds door Elysabeth aan het klooster waren overgedragen, dat het klooster elk jaar haar en haar broer Jacobus, hun leven lang, zal betalen ieder 1 mud tarwe; met nadere bepalingen over de gang van zaken ingeval van vooroverlijden van een van beiden - waarbij ook haar goederen in Ghemonde en de bestemming ervan ter sprake komen - en waarbij alle geschillen, ook die voortkomen uit een (eventuele of vroeger geschiede) aanhouding ("arrestatio") van Elysabeth in het gebied van Hosdinne op last van het klooster, bij deze beeindigd zijn.
1293, feria quinta post Mediam Quadragesimam.
Schepenen van Buschoducis oorkonden, dat heer Johannes, cellier van het klooster van Berne, en Elysabeth van Beurghelen, burgeres van de stad, ter slechting van een geschil zijn overeengekomen aangaande de goederen in Hedechusen, die destijds door Elysabeth aan het klooster waren overgedragen, dat het klooster elk jaar haar en haar broer Jacobus, hun leven lang, zal betalen ieder 1 mud tarwe; met nadere bepalingen over de gang van zaken ingeval van vooroverlijden van een van beiden - waarbij ook haar goederen in Ghemonde en de bestemming ervan ter sprake komen - en waarbij alle geschillen, ook die voortkomen uit een (eventuele of vroeger geschiede) aanhouding ("arrestatio") van Elysabeth in het gebied van Hosdinne op last van het klooster, bij deze beeindigd zijn.
b. Gedrukte tekst, maar slechts voor een-derde, in O.B. De Fremery, nr.291.
c. Het resterende twee-derde deel is getypt, in Map-Afschriften.