Des donderdaghes na Dertienedaghe.
Dyederic (IX), graaf van Cleve, oorkondt, dat hij met toestemming van zijn vrouw Margriet en zijn broer aan heer Gheraert, heer van Hoerne, Althena, Perweys en Harlaer, en aan Jan van den Elshout ten behoeve van Jan, zoon van de heer van Huesden en van de zuster van de heer van Cranendonc, tegen de betaling van 6000 pond in leen gegeven heeft: Huesdain, de heerschappij erover, de tol ervan en het goed, gelegen aan gene zijde van de Oude Mase, zoals de heer van Hoesden en zijn zoon Jan dat alles van hem en zijn voorouders in leen hadden.
Des donderdaghes na Dertienedaghe.
Dyederic (IX), graaf van Cleve, oorkondt, dat hij met toestemming van zijn vrouw Margriet en zijn broer aan heer Gheraert, heer van Hoerne, Althena, Perweys en Harlaer, en aan Jan van den Elshout ten behoeve van Jan, zoon van de heer van Huesden en van de zuster van de heer van Cranendonc, tegen de betaling van 6000 pond in leen gegeven heeft: Huesdain, de heerschappij erover, de tol ervan en het goed, gelegen aan gene zijde van de Oude Mase, zoals de heer van Hoesden en zijn zoon Jan dat alles van hem en zijn voorouders in leen hadden.
b. Eenv. gelijktijdig afschrift op perkament. II. N. 20b.
c. Getypte tekst in Map-Afschriften.