Schepenen van Buscumducis oorkonden, dat Theodericus Johanneszn van Bruheze en zijn vrouw Elisabeth dr.v.w. Marcilius van der Ee, weduwe van Emondus Albertuszn gezegd Buc van Lyt, hebben overgedragen aan Johannes van Beest z.v.w. Arnoldus gezegd Noytenzn van Lyt in totaal 6 morgen land, nl. 3 morgen in de parochie van Groet-Lyt, (= Lith), gelegen achter in de polder en nader gesitueerd, met inbegrip van 11 hond, alsook een veld van wijlen Willelmus van Beest, ook 3 morgen groot en gelegen in de parochie van Lyt in het Broeck en ook nader gesitueerd; dit met opgave van de herkomst van deze goederen.
Schepenen van Buscumducis oorkonden, dat Theodericus Johanneszn van Bruheze en zijn vrouw Elisabeth dr.v.w. Marcilius van der Ee, weduwe van Emondus Albertuszn gezegd Buc van Lyt, hebben overgedragen aan Johannes van Beest z.v.w. Arnoldus gezegd Noytenzn van Lyt in totaal 6 morgen land, nl. 3 morgen in de parochie van Groet-Lyt, (= Lith), gelegen achter in de polder en nader gesitueerd, met inbegrip van 11 hond, alsook een veld van wijlen Willelmus van Beest, ook 3 morgen groot en gelegen in de parochie van Lyt in het Broeck en ook nader gesitueerd; dit met opgave van de herkomst van deze goederen.
b. Getypte tekst in Map-Afschriften.