Des dynsdach na Sunte-Mathijsdach.
Schepenen van Heeswijck, Jan Wyllems van der Heyden, Wijmryck Heymeryckzn, Peter Roelofszn, Jan van Broegel, Dirck die Sluyter, Symon Jan Frunselszn en Jan de Raet, oorkonden, dat Peter Roelofszn beloofd heeft binnen twee jaar te betalen aan Dirck Henrick Sluyters en Jan Willemszn van der Heyden (kerkmeesters) ten behoeve van het St.-Keterynenaltaar aldaar de achterstal van 20 peter à 18 stuiver, aan welk altaar destijds heer Peter van Hemert (als pastoor van Heeswijck) een beneficie had verbonden met een cijns van 4 pond, dit met goedvinden van zijn abt Arnoldus van Wijck; zodat Peter Roelofszn dus over het lopende cijnsjaar de gewoonlijke cijns zal betalen en over het komende jaar dezelfde cijns, vermeerderd met die 20 peter.
Des dynsdach na Sunte-Mathijsdach.
Schepenen van Heeswijck, Jan Wyllems van der Heyden, Wijmryck Heymeryckzn, Peter Roelofszn, Jan van Broegel, Dirck die Sluyter, Symon Jan Frunselszn en Jan de Raet, oorkonden, dat Peter Roelofszn beloofd heeft binnen twee jaar te betalen aan Dirck Henrick Sluyters en Jan Willemszn van der Heyden (kerkmeesters) ten behoeve van het St.-Keterynenaltaar aldaar de achterstal van 20 peter à 18 stuiver, aan welk altaar destijds heer Peter van Hemert (als pastoor van Heeswijck) een beneficie had verbonden met een cijns van 4 pond, dit met goedvinden van zijn abt Arnoldus van Wijck; zodat Peter Roelofszn dus over het lopende cijnsjaar de gewoonlijke cijns zal betalen en over het komende jaar dezelfde cijns, vermeerderd met die 20 peter.
b. Afschrift in Kopieboek Hoevenaars, I, nr.563.
Nota. De laatste voor ons onduidelijke bepaling, hier onder voorbehoud in regest gegeven, luidt: Ende Peter voorgen. (Peter Roelofszn) heeft gheloeft 4 pont jaers, te betalen tot Onser Lieve Vrouwen Lychtmisdach ende ten leesten jaer af te lossen met 20 peters als voorscr. is, ende met 4 pont payment.