Aernt van Wijck, abt van Bern, leenheer, en Hillen Hacken, man van leen van de abt, en meester Aernt Boekelar, man van leen van Hollant, oorkonden, dat - aangezien Ghijsbrecht van Hemert z.v.w. Dirck van Brakel destijds het erfrecht van zijn tiende in het Land van Huesden, die hij van de abt in leen ontvangen had, heeft overgedragen aan Jan z.v.w. Ghoessen Heym en aan zijn vrouw, zuster van Ghijsbrecht voornoemd, om deze erfelijk te bezitten na Ghijsbrechts dood, maar aangezien uit het huwelijk van Jan Heym en zijn nu overleden vrouw geen kinderen zijn voortgekomen - dat Jan Heym dit recht op het tiendleen op 3 april heeft overgegeven aan de abt voor de mannen van de leenhof van Berne, Claes van der Merwyn en Hillen Hacken, ten gunste van Gerit Backs en zijn vrouw, andere zuster van Ghijsbrecht, om door hen verworven te worden na Ghijsbrechts dood, na Gerits dood door Dirck, Gerits zoon en ev. na Dircks zoon door zijn broer, ook Ghijsbrecht geheten, tenzij Ghijsbrecht van Hemert alsnog trouwt en wettige kinderen krijgt, die dan de tiende zullen erven; met de bepaling, dat ingeval Ghijsbrecht van Hemert geen wettige kinderen krijgt, de tiendbezitter een jaar na diens dood 100 schild moet betalen aan Jenneke, zijn natuurlijke dochter.
Aernt van Wijck, abt van Bern, leenheer, en Hillen Hacken, man van leen van de abt, en meester Aernt Boekelar, man van leen van Hollant, oorkonden, dat - aangezien Ghijsbrecht van Hemert z.v.w. Dirck van Brakel destijds het erfrecht van zijn tiende in het Land van Huesden, die hij van de abt in leen ontvangen had, heeft overgedragen aan Jan z.v.w. Ghoessen Heym en aan zijn vrouw, zuster van Ghijsbrecht voornoemd, om deze erfelijk te bezitten na Ghijsbrechts dood, maar aangezien uit het huwelijk van Jan Heym en zijn nu overleden vrouw geen kinderen zijn voortgekomen - dat Jan Heym dit recht op het tiendleen op 3 april heeft overgegeven aan de abt voor de mannen van de leenhof van Berne, Claes van der Merwyn en Hillen Hacken, ten gunste van Gerit Backs en zijn vrouw, andere zuster van Ghijsbrecht, om door hen verworven te worden na Ghijsbrechts dood, na Gerits dood door Dirck, Gerits zoon en ev. na Dircks zoon door zijn broer, ook Ghijsbrecht geheten, tenzij Ghijsbrecht van Hemert alsnog trouwt en wettige kinderen krijgt, die dan de tiende zullen erven; met de bepaling, dat ingeval Ghijsbrecht van Hemert geen wettige kinderen krijgt, de tiendbezitter een jaar na diens dood 100 schild moet betalen aan Jenneke, zijn natuurlijke dochter.
b. Getypte tekst in Map-Afschriften.