Datum anno Domini M°. CCC° XXIX in octava beati Mathie apostoli.
De schepenen van Breda en van Prinsenhage getuigen dat proost Henricus, der zusters van Breda, 10 zwarte kleine tournoois betaald heeft voor aflegging van een erfcijns van één halster rogge schuldig aan Hugo Roefsone en deses vrouw, op een erf te Prinsenhage, bij de Bie.
Datum anno Domini M°. CCC° XXIX in octava beati Mathie apostoli.
De schepenen van Breda en van Prinsenhage getuigen dat proost Henricus, der zusters van Breda, 10 zwarte kleine tournoois betaald heeft voor aflegging van een erfcijns van één halster rogge schuldig aan Hugo Roefsone en deses vrouw, op een erf te Prinsenhage, bij de Bie.
Op den rugkant : Van goede op die bye quitance (XVIe e.).— Quytinge van een halster rogge oft 2 veertelen met tien swarte tornoisen ghedaen bij den proest (XVIIe e.).
Afschrift : Cart. A, fol. 42.