Int jair ons Heren dusent vierhondert ende eene, drie ende twentich daghe in Junio.
Voor de schepenen van Breda, Jan die Ruckeneer en Hendrik vanden Water, getuigt Jan de Bonte verkocht te hebben aan Jan van Caerscot 6 schellingen groote, eene erfenis van zijn neef Jan Bays den Teenmaker, op één bunder beemd gelegen in den Beysdonc " op die een side neven die steghe in die Byesdonc ende Pauwels Beckers erve op dander side ende Henrix erve van Hoedonc op deen eynde ende Claes Betten erve op dander eynde dat Zoetmans was".
Int jair ons Heren dusent vierhondert ende eene, drie ende twentich daghe in Junio.
Voor de schepenen van Breda, Jan die Ruckeneer en Hendrik vanden Water, getuigt Jan de Bonte verkocht te hebben aan Jan van Caerscot 6 schellingen groote, eene erfenis van zijn neef Jan Bays den Teenmaker, op één bunder beemd gelegen in den Beysdonc " op die een side neven die steghe in die Byesdonc ende Pauwels Beckers erve op dander side ende Henrix erve van Hoedonc op deen eynde ende Claes Betten erve op dander eynde dat Zoetmans was".
Op de rugzijde : Jacop Verbachmans xiijz s. — Jan die Bonte (XVIe e.). Anno lquinto xxiij Junii hora quarta post meridiem presentibus in domo domine de monasterio vallis Ste Katherine in presentia dominorum requisitorum Dno Petro filio Johannis Noydens de Loerdam et Johanne filio Wilhelmi Andree recepit domicella Sophia relicta quondam Wilhelmi Scobbelant dedit monasterio predicto in presentia Adami de Goerle sui mamburni censum sex solidorum retroscriptorum (XVIIe e.).
Afschrift : Cart. A, fol. 32 vso ; cart. B, fol. 46 vso ; cart. C, fol. 54 vso (Titel Van vj scellinge grote).