Int jaer ons Heeren M. CCCC ende x vij, thien daghe in November.
Voor Gerijt Jan Noutssoenzoon en Ghorijs Anthonys Feyterszoon, schepenen van Prinsenhage, neemt Jacob Loeyaertszoon in pacht van Melijs van Druenen als voogd van St. Catharinadal vyf kwartierzaad land gelegen aan de Hese, tusschen Jan Thonen en Aart voors., voor 4 1/2 loop rogge en I kapuin, 's jaars veronderpand op 1 loopzaad land gelegen tusschen het goed van het godshuys en de vroente van Buerstede, met als last 2 schelling ouden zwarten en eene kip. [zie ook nr. 315]
Int jaer ons Heeren M. CCCC ende x vij, thien daghe in November.
Voor Gerijt Jan Noutssoenzoon en Ghorijs Anthonys Feyterszoon, schepenen van Prinsenhage, neemt Jacob Loeyaertszoon in pacht van Melijs van Druenen als voogd van St. Catharinadal vyf kwartierzaad land gelegen aan de Hese, tusschen Jan Thonen en Aart voors., voor 4 1/2 loop rogge en I kapuin, 's jaars veronderpand op 1 loopzaad land gelegen tusschen het goed van het godshuys en de vroente van Buerstede, met als last 2 schelling ouden zwarten en eene kip. [zie ook nr. 315]