Int jaer ons Heren dusent vierhondert twee ende twintich zesthien daghe in October.
Voor Jacob van Meykenbroec, als leenheer, en Aart den Roever en Hendrik Merthyn Willemszoon, mannen van Dieric Vander Merwede, hun leenheer, hebben Mercelys Denijszoon vanden Haghedyc en zijn broeder Hendrik hun leen opgedragen : een bunder beemd gelegen in de Crocht achter Amelenberghe, en dit wordt overgedragen op Gherijt Denijszoon.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert twee ende twintich zesthien daghe in October.
Voor Jacob van Meykenbroec, als leenheer, en Aart den Roever en Hendrik Merthyn Willemszoon, mannen van Dieric Vander Merwede, hun leenheer, hebben Mercelys Denijszoon vanden Haghedyc en zijn broeder Hendrik hun leen opgedragen : een bunder beemd gelegen in de Crocht achter Amelenberghe, en dit wordt overgedragen op Gherijt Denijszoon.
Op rugzijde : xiiij siis gulden. Sr. Katherina Wouwens (XVIe e.). — Leenbrief van een bunder laat in de Crocchte (XVIIe e.).
Afschrift : Cart. A, fol. 38 vso ; cart. B, fol. 58 vso ; cart. C, fol. 20 (Titel: Van eenen buynre beemde ghekomen met S. Katherine Wouwens).