Int jair ons Heren doe men screef dusent vierhondert zessentwintich, ghescreven thien daghe in Aprili.
Voor de schepenen van Gilze, Huibrecht Jan Bettenzoon en Peter Janszoon van Gilze, erkent Gielys Pauwel Meermanszoon schuldig te zijn aan Elisabeth vander Leck, priorin van St. Catharinadal 14 loop rogge erfpacht, op verscheidene goederen.
Int jair ons Heren doe men screef dusent vierhondert zessentwintich, ghescreven thien daghe in Aprili.
Voor de schepenen van Gilze, Huibrecht Jan Bettenzoon en Peter Janszoon van Gilze, erkent Gielys Pauwel Meermanszoon schuldig te zijn aan Elisabeth vander Leck, priorin van St. Catharinadal 14 loop rogge erfpacht, op verscheidene goederen.
Op rugzijde : Gielis Merman, xiiij lopen ; (XVIe e.). — Dese xiiij lopen syn opgeseet met dubbel pacht en hier heffen wy eenen r. gulchen voer. (XVIIe e.). — E. — Molenschot (XVIIIe e.).
Afschrift : Cart. B, fol. 151 ; cart. C, 101.