Int jaer ons Heren dusent vierhondert negen ende twintich, negen ende twintich daghe in December.
Voor de schepenen van Breda, en laten van den heer van Breda, Jan van Tsolle en Aart Uten Camp, verkoopt Jan die Hoghe, oudste zoon van Hendrik vander Hoeven, aan St. Catharinadal 2 sester rogge erfpacht uit een heining van 12 bunder "gelegen begraven in een stuck ter Teteringen neven tsheren vroente op Been side ende her Ludolf van Uden priester en Willem van Absel met hueren erve op dander side", veronderpand op een heining van 3 bunder te Teteringen, tusschen Jan Hermans en Heylwig vander Hoeven. En Rutgher Ruthgeerszoon vander Heyden, als voogd der nonnen wordt in dit goed gevest.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert negen ende twintich, negen ende twintich daghe in December.
Voor de schepenen van Breda, en laten van den heer van Breda, Jan van Tsolle en Aart Uten Camp, verkoopt Jan die Hoghe, oudste zoon van Hendrik vander Hoeven, aan St. Catharinadal 2 sester rogge erfpacht uit een heining van 12 bunder "gelegen begraven in een stuck ter Teteringen neven tsheren vroente op Been side ende her Ludolf van Uden priester en Willem van Absel met hueren erve op dander side", veronderpand op een heining van 3 bunder te Teteringen, tusschen Jan Hermans en Heylwig vander Hoeven. En Rutgher Ruthgeerszoon vander Heyden, als voogd der nonnen wordt in dit goed gevest.
Op rugzijde : S. Kathelinen Dale. Rutgher (XVe e.). — Geeraert Simons sesters ter Teteringen. — Losse rente. Nummer 5 (XVIIe el. — An sit los rogge. — Teteringe. — H. — Teteringe. — n. 1 (XVIIIe e.).
Afschrift : Cart. B, fol. 125 ; cart. C, fol. 67.