Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende dertich, acht daghe in Meye.
Voor de schepenen van Breda, Gijsbrecht Piggen en Roelof die Roever Dyerckszoon verkoopt Wijtman Jan Brantszoon aan Aart Willem Noydenszoon der verwer 15 schellingen groote erfcijns, op zijn huizingen gelegen op den Hagedijk, tusschen Jan Ysac en Adriaan Aert Damer nats zoon te vrijen met 16 schelling 6 penning groote erfcijns. [zie ook nr. 473]
Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende dertich, acht daghe in Meye.
Voor de schepenen van Breda, Gijsbrecht Piggen en Roelof die Roever Dyerckszoon verkoopt Wijtman Jan Brantszoon aan Aart Willem Noydenszoon der verwer 15 schellingen groote erfcijns, op zijn huizingen gelegen op den Hagedijk, tusschen Jan Ysac en Adriaan Aert Damer nats zoon te vrijen met 16 schelling 6 penning groote erfcijns. [zie ook nr. 473]
Op rugzijde : Aert Willem. Noydenss. iij gul. iij st. iij ort. Rutgher (XVe e.). — Jacob gebracht hem op den Haechdyck, 1. 24 vso. xxxiij st. iij ort. ghecomen met S. Geertruyt Stevens (XVIIe e.). — Nr. 6 (XVIIIe e.).
Afschrift : Cart. A, fol. 40 ; cart. B, fol. 60 ; cart. C, fol. 21.