Int jair ons Heren dusent vierhondert ende dertich, sesse ende twintich dage in December.
Voor de schepenen van Gilze, Hubrecht van Bettenzoon en Peter Janszoon van Gilze, wordt getuigd dat Jan van Gilze Janszoon, als voogd van St. Catharinadal, zijn recht heeft doen gelden op 26 loop rogge erfpacht, te heffen uit uitgegeven goederen : 24 bunder, te Rijen, neven de heirbaan west, noord neven het goed dat Herman van Loe in handen heeft, zuid neven Tyel Hovelmans.
Int jair ons Heren dusent vierhondert ende dertich, sesse ende twintich dage in December.
Voor de schepenen van Gilze, Hubrecht van Bettenzoon en Peter Janszoon van Gilze, wordt getuigd dat Jan van Gilze Janszoon, als voogd van St. Catharinadal, zijn recht heeft doen gelden op 26 loop rogge erfpacht, te heffen uit uitgegeven goederen : 24 bunder, te Rijen, neven de heirbaan west, noord neven het goed dat Herman van Loe in handen heeft, zuid neven Tyel Hovelmans.
Op rugzijde : S. Kathelinen dael. Rutgher (XVe e.). — Vilem Jan Willemsen cum suis xxvj loopen rogge. — Ten Ryen (XVIIe e.). — numers j. — Ryen erf. 26 lopen. — Laereynd (XVIIIe e.).
Afschrift : Cart. B, fol. 150.