Int jaer ons Heren dusent vierhondert neghen ende dertich, twintich daghe in Meye.
Voor Claeus Huyghenz. en Sebrecht van Druenen, schepenen te Terheyden, heeft Jan Mathys Boydenszoon voor zich en voor Mechteld Mathys Boydensdochter met haar man en voogd Reyner Henricxzoon Vander Munten, voor Adriaan Mathijs Boydensdochter met haar man en voogd Jan Henricxzoon, en voor Kateline Mathys Boydensdochter met haar voogd genoemde Jan Henricxzoon, gepacht van St. Catharinadal, met Rut Rutgheerszoon Vander Heyden als voogd, een riethil van 1 1/2 bunder gelegen tusschen de Marke en Gherit Janszoons met de kinderen Naes van Holten en de Vuchtsche vaart zuid, voor 15 schellingen grote erfchyns.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert neghen ende dertich, twintich daghe in Meye.
Voor Claeus Huyghenz. en Sebrecht van Druenen, schepenen te Terheyden, heeft Jan Mathys Boydenszoon voor zich en voor Mechteld Mathys Boydensdochter met haar man en voogd Reyner Henricxzoon Vander Munten, voor Adriaan Mathijs Boydensdochter met haar man en voogd Jan Henricxzoon, en voor Kateline Mathys Boydensdochter met haar voogd genoemde Jan Henricxzoon, gepacht van St. Catharinadal, met Rut Rutgheerszoon Vander Heyden als voogd, een riethil van 1 1/2 bunder gelegen tusschen de Marke en Gherit Janszoons met de kinderen Naes van Holten en de Vuchtsche vaart zuid, voor 15 schellingen grote erfchyns.
Op rugzijde : Dat goishuse van sinte Kathelinendale. - xv scellinge grote (XVe e.). - 15 schellinge groot payment erfchyns (XVIIe e.). - Terheijden (XIXe e.).
Afschrift : Cart. A, fol. 45 ; cart. B, fol. 51 vso ; cart. C, fol. 17.