Anno a nativitate ejusdem Domini millesimo quadringentesimo quadragesimo nono, indictione secunda, die veneris septima mensis Augusti.
Voor Cornelius Grymmer van Breda, notaris, vermaakt Arnoldus die Leuwe met zijn vader Jan die Leuwe aan Juetta Vander Sterre, priorin van St. Catharinadal, twee schepenbrieven van Gilze over een cijns van drie veertel rogge, twee schepenbrieven van Gilze over een cijns van 12 loop rogge, twee schepenbrieven van Gilze over een cijns van 12 loop rogge, één schepenbrief van Gilze over een cijns van 3 veertel rogge, één schepenbrief van Gilze over een cijns van één halster rogge, een schepenbrief van Gilze over een cijns van één halster rogge, één schepenbrief van Ginneken over een cijns van 12 loop rogge, twee schepenbrieven van Prinsenhagen over een jaarcijns van 12 loop rogge ; vier schepenbrieven van Gilze over een cijns van 1 halster rogge ; twee schepenbrieven van Gilze over een cijns van 13 loop rogge, twee schepenbrieven van Breda over een cijns van 1/3 van 9 veertel rogge ; één schepenbrief van Gilze over een cijns van 6 loop rogge ; één schepenbrief van Rijsbergen over een cijns van 1 halster rogge. - voor lijfrente en stichting van een jaargetijde.
1432, Maart 15 (nr. 321).
1433, April 26 (nr. 323).
1424, Nov. 20. (nr. 267).
1429, Juni 22. (nr. 300).
1425, Oct. 10 (nr. 272).
1426, Oct. 10. (nr. 280).
1429, Jan. 16. (nr. 297).
1430, Nov. 4. (nr. 308).
1432, Febr. 5. (nr. 319).
1418, Aug. 10. (nr. 242).
1483, Oct. 16 (nr. 143).
1418, April 19. (nr. 241).
1404, Oct. 14. (nr. 185).
1405, Juni. 8. (nr. 187).
1430, Dec. 28. (nr. 310).
1430, Dec. 29. (nr. 311).
1427, Febr. 26 (nr. 281).
1427, Febr. 28. (nr. 282).
1401, Mei 14. (nr. 171).
1423, Sept. 16. (nr. 263).
1433, April 26 (nr. 323).
1418, Jan. 16. (Schepenbrief van Hubrecht Jan Bettenzoon en Wieric die Ree van Gilze, over 6 loop rogge erfpacht verkocht aan Aart die Leuwe, op goed gelegen te Rijen).
Anno a nativitate ejusdem Domini millesimo quadringentesimo quadragesimo nono, indictione secunda, die veneris septima mensis Augusti.
Voor Cornelius Grymmer van Breda, notaris, vermaakt Arnoldus die Leuwe met zijn vader Jan die Leuwe aan Juetta Vander Sterre, priorin van St. Catharinadal, twee schepenbrieven van Gilze over een cijns van drie veertel rogge, twee schepenbrieven van Gilze over een cijns van 12 loop rogge, twee schepenbrieven van Gilze over een cijns van 12 loop rogge, één schepenbrief van Gilze over een cijns van 3 veertel rogge, één schepenbrief van Gilze over een cijns van één halster rogge, een schepenbrief van Gilze over een cijns van één halster rogge, één schepenbrief van Ginneken over een cijns van 12 loop rogge, twee schepenbrieven van Prinsenhagen over een jaarcijns van 12 loop rogge ; vier schepenbrieven van Gilze over een cijns van 1 halster rogge ; twee schepenbrieven van Gilze over een cijns van 13 loop rogge, twee schepenbrieven van Breda over een cijns van 1/3 van 9 veertel rogge ; één schepenbrief van Gilze over een cijns van 6 loop rogge ; één schepenbrief van Rijsbergen over een cijns van 1 halster rogge. - voor lijfrente en stichting van een jaargetijde.
1432, Maart 15 (nr. 321).
1433, April 26 (nr. 323).
1424, Nov. 20. (nr. 267).
1429, Juni 22. (nr. 300).
1425, Oct. 10 (nr. 272).
1426, Oct. 10. (nr. 280).
1429, Jan. 16. (nr. 297).
1430, Nov. 4. (nr. 308).
1432, Febr. 5. (nr. 319).
1418, Aug. 10. (nr. 242).
1483, Oct. 16 (nr. 143).
1418, April 19. (nr. 241).
1404, Oct. 14. (nr. 185).
1405, Juni. 8. (nr. 187).
1430, Dec. 28. (nr. 310).
1430, Dec. 29. (nr. 311).
1427, Febr. 26 (nr. 281).
1427, Febr. 28. (nr. 282).
1401, Mei 14. (nr. 171).
1423, Sept. 16. (nr. 263).
1433, April 26 (nr. 323).
1418, Jan. 16. (Schepenbrief van Hubrecht Jan Bettenzoon en Wieric die Ree van Gilze, over 6 loop rogge erfpacht verkocht aan Aart die Leuwe, op goed gelegen te Rijen).
Op rugzijde : Ardt die Leuwe (XVe e.). — Contractus onerosus inter Arnoldum de Leeuwe et monasterium Vallis S. Catharine 1439, 7. Augusti initus. — Onder Ghylse erfrogge, — diversche veestelen gegeven van Aert de Leeuwe tot onderhaut van 2 religieuse etc. Religiose promiserunt annuum sacrum perpetue et. Sic textus. f Assels. — Voor dele misse geven wy een sester rog aen H. Cruys authaer. Siet de mannael van 1449 sq. (XVIIe e.). — K (XVIIIe e.).