Int jaer ons Heren MCCCC een ende viertich, acht ende twintich daghe in November.
Voor Jan Denyszoon en Mathys Lenaertszoon, schepenen aan die palen van de Hoeven tot Etten, en Hendrik Henricx zoon en Berthel Janszoon, schepenen te Princenhage, erkent Jan Wouter Janszoon natuurlijke zoon, gepacht te hebben van Marie Heynricx Kocxdochter, met haar man en voogd Robrecht van Drongelen, een huis met hof en toebehoorten en met erf, 4 gemet groot, gelegen te Etten, voor 2 sester rogge.
Int jaer ons Heren MCCCC een ende viertich, acht ende twintich daghe in November.
Voor Jan Denyszoon en Mathys Lenaertszoon, schepenen aan die palen van de Hoeven tot Etten, en Hendrik Henricx zoon en Berthel Janszoon, schepenen te Princenhage, erkent Jan Wouter Janszoon natuurlijke zoon, gepacht te hebben van Marie Heynricx Kocxdochter, met haar man en voogd Robrecht van Drongelen, een huis met hof en toebehoorten en met erf, 4 gemet groot, gelegen te Etten, voor 2 sester rogge.