Ghedaen int jaer ons Heeren dusent vierhondert ende vyf ende veertich, dertien daghe in lauwe.
Voor Jan van Overlof en Barthel Philipszoon, schepenen te Roosendaal, erkent Clays Willemszoon vander Goude schuldig te zijn aan Lambrecht Adriaenszoon 2 oude groote, « te betalen op den Rosendaalschen kermisdag ».
Ghedaen int jaer ons Heeren dusent vierhondert ende vyf ende veertich, dertien daghe in lauwe.
Voor Jan van Overlof en Barthel Philipszoon, schepenen te Roosendaal, erkent Clays Willemszoon vander Goude schuldig te zijn aan Lambrecht Adriaenszoon 2 oude groote, « te betalen op den Rosendaalschen kermisdag ».
Op rugzijde : ij ou. grote. op Aer Jaen. Op die kermisse. twee ouden grooten (XVIe e.). — Twee oude grooten. — iijz at. x. — 1445, 13 Lauw. — dese brief van twee oude... vix invenibilis vel... designabilis census qui ad austram R. designat plateam publicam et ad aquilonem den Waterloop unde que sit domus ignoro G.-H (doorgehaald) (XVIIe e.).
Afschrift : Cart. B, fol. 10 ; cart. C, fol. 222.