…quod anno a nativitate Domini millesimo quadringentesimo quadragesimo nono indictione duodecima, mensis septembris die tertia....
Voor notaris Hendrik vonden Nieuwenhuyse erkennen Fredericus van Meloe en zijn vrouw Petra, dochter van wijlen Petrus van Caerntscot, jaarlijks verschuldigd te zijn aan St. Catharinadal een cijns van 12 oude groote van Tours op huis en tuin in de Veterstraat te Breda. Tot lossing van dit pand schenken zij een jaarcijns van 9 schellingen en 6 deniers op een weiland. — Op 11 October daaropvolgend getuigen Elisabeth van Oesterzeel priorin, met Johanna van Gelcorn, suppriorin, Luytgardis van Goerle en Hadelwigis van Zoenhout, in naam van St. Catharinadal, hunne instemming te geven tot dezen ruil : Hierover worden gevidimeerd de brieven van 28 Februari 1407 (nr. 193), 4 Juli 1425 (nr. 270), 20 April 1434 (nr. 327) en 2 Mei 1359 (nr. 80).
…quod anno a nativitate Domini millesimo quadringentesimo quadragesimo nono indictione duodecima, mensis septembris die tertia....
Voor notaris Hendrik vonden Nieuwenhuyse erkennen Fredericus van Meloe en zijn vrouw Petra, dochter van wijlen Petrus van Caerntscot, jaarlijks verschuldigd te zijn aan St. Catharinadal een cijns van 12 oude groote van Tours op huis en tuin in de Veterstraat te Breda. Tot lossing van dit pand schenken zij een jaarcijns van 9 schellingen en 6 deniers op een weiland. — Op 11 October daaropvolgend getuigen Elisabeth van Oesterzeel priorin, met Johanna van Gelcorn, suppriorin, Luytgardis van Goerle en Hadelwigis van Zoenhout, in naam van St. Catharinadal, hunne instemming te geven tot dezen ruil : Hierover worden gevidimeerd de brieven van 28 Februari 1407 (nr. 193), 4 Juli 1425 (nr. 270), 20 April 1434 (nr. 327) en 2 Mei 1359 (nr. 80).
Op rugzijde : Van 9 shellingen en 6 penningen tot Breda sien registerboeck van H met kaert fol. 15, verso n° 49 (XVIIe e.). — A. — N. 46 (doorgehaald) (XVIIIe e.).