Anno a nativitate Domini millesimo quadringentesimo quinquagesimo tercio, indictione prima, mensis februarii die decima tercia.
Voor notaris Hendrik vanden Nieuwenhuysen heeft Petra, weduwe van Jacobus, genaamd « myns heeren soen » van Oosterhout, aan de zusters van St. Catharinadal geschonken 1 halster rogge voor het jaargetijde van wijlen Johannes vander Sprout en dezes vrouw Elisabeth (26 Jan. 1449: nr. 380) ; 1 halster rogge voor het jaargetijde van Elisabeth en Petra, dochters van Johannes vander Spout (8 Mei 1415 : nr. 223 en 20 Mei 1422: nr. 257); 1 veertel rogge voor het jaargetijde van Jonas, zoon van Johannes Valcken (9 Nov. 1425: nr. 274) ; 1 sester rogge tot onderhoud van de dochter van Johannes vander Spout non van St. Catharinadal (21 Sept. 1388, nr. 148 ; 22 Feb, 1404 : nr. 183 en 8 Jan. 1424: nr. 264).
Anno a nativitate Domini millesimo quadringentesimo quinquagesimo tercio, indictione prima, mensis februarii die decima tercia.
Voor notaris Hendrik vanden Nieuwenhuysen heeft Petra, weduwe van Jacobus, genaamd « myns heeren soen » van Oosterhout, aan de zusters van St. Catharinadal geschonken 1 halster rogge voor het jaargetijde van wijlen Johannes vander Sprout en dezes vrouw Elisabeth (26 Jan. 1449: nr. 380) ; 1 halster rogge voor het jaargetijde van Elisabeth en Petra, dochters van Johannes vander Spout (8 Mei 1415 : nr. 223 en 20 Mei 1422: nr. 257); 1 veertel rogge voor het jaargetijde van Jonas, zoon van Johannes Valcken (9 Nov. 1425: nr. 274) ; 1 sester rogge tot onderhoud van de dochter van Johannes vander Spout non van St. Catharinadal (21 Sept. 1388, nr. 148 ; 22 Feb, 1404 : nr. 183 en 8 Jan. 1424: nr. 264).
Op rugzijde : dat testament van alle... rog nog tot Oesterhaut (XVe e.). Instrument van diversche zesters rogge tot Oosterhout met last van jaergetijde. a° 1453, 13 Februarii. — 1. halster rogge, noch j halster rogg, noch een sister rogg. (XVIIe e.).