Int jaer ons Heeren MCCCC negen ende tsestich, ses dage in Sille.
Lenaart Marcelynszoon en Athonijs Joeszoon, schepenen van Roosendaal, getuigen dat Adriaan Berbier Willemszoon vercijnst heeft aan Huib Goertszoon uut den Dale twee gemet en 25 roeden, in den Calsdonck gelegen, zuid palend aan Goert uut den Dale, noort aan den voorz. Huib, « vry met iz moken rox sjaers dewelcke Huybrecht voers. aengenomen heeft erflic te betalen ende den rechten heren chijs », voor 4 gulden van 10 stuivers elk, veronderpand op zijn stede met 1 bunder land gelegen te Klein Calsdonck, zuid aan de voorz. erf, noord aan een zoekweg, en met 1 sester en iijz meuken rogge. [zie ook nr. 521]
Int jaer ons Heeren MCCCC negen ende tsestich, ses dage in Sille.
Lenaart Marcelynszoon en Athonijs Joeszoon, schepenen van Roosendaal, getuigen dat Adriaan Berbier Willemszoon vercijnst heeft aan Huib Goertszoon uut den Dale twee gemet en 25 roeden, in den Calsdonck gelegen, zuid palend aan Goert uut den Dale, noort aan den voorz. Huib, « vry met iz moken rox sjaers dewelcke Huybrecht voers. aengenomen heeft erflic te betalen ende den rechten heren chijs », voor 4 gulden van 10 stuivers elk, veronderpand op zijn stede met 1 bunder land gelegen te Klein Calsdonck, zuid aan de voorz. erf, noord aan een zoekweg, en met 1 sester en iijz meuken rogge. [zie ook nr. 521]