Int jaer ons Heeren M. CCCC. sesse ende tseventich, seventhien daghe in December.
Voor Godert vanden Corput en Adriaan van Ghilse, schepenen van Gilze, erkent Ghijsbrecht Willem Ridderszoon schuldig te zijn aan Margareta Gherijt Meermansdochter, vrouw van Jan Lambrecht Hulshoutszoon, 1 halster rogge erfpacht, op 1/2 bunder beemd, door haar gekocht, liggend « tot Molenschot int vorste Elsschot ». [zie ook nrs. 493, 494]
Int jaer ons Heeren M. CCCC. sesse ende tseventich, seventhien daghe in December.
Voor Godert vanden Corput en Adriaan van Ghilse, schepenen van Gilze, erkent Ghijsbrecht Willem Ridderszoon schuldig te zijn aan Margareta Gherijt Meermansdochter, vrouw van Jan Lambrecht Hulshoutszoon, 1 halster rogge erfpacht, op 1/2 bunder beemd, door haar gekocht, liggend « tot Molenschot int vorste Elsschot ». [zie ook nrs. 493, 494]