Opten viventwintichsten dagh van Augusto int jaer ons Heeren dusent vyerhondert acht ende negentich.
Gijsbrecht Henrixzoon en Bartholomeus Peter Janszoon schepenen te Prinsenhage, getuigen op verzoek van Willem van Bernagien, als rentmeester van St. Catharinadal, dat het erf, waarvan in erfbrief van 20 April 1372, gelegen is « achter den hovel geheyten die Enge, houdende omtrent een buynder luttel min of meer, gelegen neven Cornelis Meeuszoons erve oistwert, westwert neven Jan Maes soens erfgenamen erve westwert ende suytoistwert neven desa persoens erve vanden Haghe ». [zie ook nr. 554]
Opten viventwintichsten dagh van Augusto int jaer ons Heeren dusent vyerhondert acht ende negentich.
Gijsbrecht Henrixzoon en Bartholomeus Peter Janszoon schepenen te Prinsenhage, getuigen op verzoek van Willem van Bernagien, als rentmeester van St. Catharinadal, dat het erf, waarvan in erfbrief van 20 April 1372, gelegen is « achter den hovel geheyten die Enge, houdende omtrent een buynder luttel min of meer, gelegen neven Cornelis Meeuszoons erve oistwert, westwert neven Jan Maes soens erfgenamen erve westwert ende suytoistwert neven desa persoens erve vanden Haghe ». [zie ook nr. 554]
Op rugzijde : Geen aanteekeningen.