Schepenen van Eersel oorkonden dat Marselius Marselijs zoen van Bladel en zijn zoon Marselius overgedragen hebben aan broeder Jan geheten van den Poel, ondermeester van het godshuis van Postel, ten behoeve van dat godshuis een erfpacht van 1 mud rogge uit een huis en hoeve met toebehoren in Eersel en het aan weerszijden aanpalende goed, alles van Wouter Scuddekens Svollers of Wouter die Volre.
Schepenen van Eersel oorkonden dat Marselius Marselijs zoen van Bladel en zijn zoon Marselius overgedragen hebben aan broeder Jan geheten van den Poel, ondermeester van het godshuis van Postel, ten behoeve van dat godshuis een erfpacht van 1 mud rogge uit een huis en hoeve met toebehoren in Eersel en het aan weerszijden aanpalende goed, alles van Wouter Scuddekens Svollers of Wouter die Volre.