Notaris Johannes de Gravia geheten de Vreckensteyn, clericus van Luik, instrumenteert dat Johannes, zoon van Petrus, Reinerus, zoon van Elyzabet Snoucs, Noudo, zoon van Johannes Pistor, en Wilhelmus Barbitonsor, stedelingen van Helmond, gemachtigd door Helmond, en heer Theodericus, abt van Floreffe, overeengekomen zijn over de raapzaadtiend van Helmond dat die van Helmond van iedere 18 vaten die ze produceren 1 vat afstaan. Van de opbrengst van maximaal 5 of 6 vat voor eigen gebruik hoeven ze niets te betalen. Van de opbrengst van koren dat in hetzelfde jaar na het raapzaad groeit moet als vanouds betaald worden. Gedaan in de hof van Lieshout met als getuigen heer Johannes, provisor van het huis van Postel, Laurentius, investiet van de kerken van Rixtel en Helmond, en Johannes, investiet van de kerk van Lieshout, kanunniken van Floreffe, en Johannes Yniers, valkenier van de hertog van Brabant, van het bisdom Kamerijk, Gerardus de Eyke, Heinricus de Ghemert, Arnoldus, zoon van Waurgherus de Dumo, en Johannes, knecht van de provisor van het huis van Postel.
Notaris Johannes de Gravia geheten de Vreckensteyn, clericus van Luik, instrumenteert dat Johannes, zoon van Petrus, Reinerus, zoon van Elyzabet Snoucs, Noudo, zoon van Johannes Pistor, en Wilhelmus Barbitonsor, stedelingen van Helmond, gemachtigd door Helmond, en heer Theodericus, abt van Floreffe, overeengekomen zijn over de raapzaadtiend van Helmond dat die van Helmond van iedere 18 vaten die ze produceren 1 vat afstaan. Van de opbrengst van maximaal 5 of 6 vat voor eigen gebruik hoeven ze niets te betalen. Van de opbrengst van koren dat in hetzelfde jaar na het raapzaad groeit moet als vanouds betaald worden. Gedaan in de hof van Lieshout met als getuigen heer Johannes, provisor van het huis van Postel, Laurentius, investiet van de kerken van Rixtel en Helmond, en Johannes, investiet van de kerk van Lieshout, kanunniken van Floreffe, en Johannes Yniers, valkenier van de hertog van Brabant, van het bisdom Kamerijk, Gerardus de Eyke, Heinricus de Ghemert, Arnoldus, zoon van Waurgherus de Dumo, en Johannes, knecht van de provisor van het huis van Postel.