Otto, deken, en kapittel van Sint-Paulus in Luik en Nicholaus, koster van die kerk, oorkonden, vooral aan Godefridus de Veseme, leerling? (alumpnus) van Walterus, pastoor van Arendonk, zijn eventuele medestanders, en zijn erfgenamen, dat frater Willelmus, prior van Postel, namens het klooster van Floreffe van hen een jaarrente van 10 schelling Luiks ontvangen heeft te Vessem, toebehorend aan de kosterij van deze kerk, en dragen Godefridus cum suis op deze rente te betalen aan het huis van Postel in naam van het klooster van Floreffe.
Otto, deken, en kapittel van Sint-Paulus in Luik en Nicholaus, koster van die kerk, oorkonden, vooral aan Godefridus de Veseme, leerling? (alumpnus) van Walterus, pastoor van Arendonk, zijn eventuele medestanders, en zijn erfgenamen, dat frater Willelmus, prior van Postel, namens het klooster van Floreffe van hen een jaarrente van 10 schelling Luiks ontvangen heeft te Vessem, toebehorend aan de kosterij van deze kerk, en dragen Godefridus cum suis op deze rente te betalen aan het huis van Postel in naam van het klooster van Floreffe.