Goeyvaert Martens, abt van Floreffe, oorkondt dat hij de tienden van Houthalen verpacht heeft aan Jannes Snoecx, zijn dienaar in het godshuis van Postel, voor een termijn van twaalf jaar, voor 140 Rijnsgulden per jaar, te betalen met ingang van 1 april 1544.
Goeyvaert Martens, abt van Floreffe, oorkondt dat hij de tienden van Houthalen verpacht heeft aan Jannes Snoecx, zijn dienaar in het godshuis van Postel, voor een termijn van twaalf jaar, voor 140 Rijnsgulden per jaar, te betalen met ingang van 1 april 1544.