Guillaume Dupaix (Guilielmus Douppaix), abt van Floreffe, oorkondt dat hij de tienden van Houthalen verpacht heeft aan Jannes Snoecx, dienaar in het godshuis van Postel, diens vrouw Margareta en kinderen, voor een termijn van negen jaar, voor 214 Rijnsgulden per jaar, met ingang van 1 april 1556.
Guillaume Dupaix (Guilielmus Douppaix), abt van Floreffe, oorkondt dat hij de tienden van Houthalen verpacht heeft aan Jannes Snoecx, dienaar in het godshuis van Postel, diens vrouw Margareta en kinderen, voor een termijn van negen jaar, voor 214 Rijnsgulden per jaar, met ingang van 1 april 1556.