Schepenen van de voogdij van Mol oorkonden dat Mariken Wilborts, wettige dochter van heer Henrick Wilborts, met haar momber Jannis Oems, bekent schuldig te zijn aan het godshuis van Postel een erfpacht van twee viertel rogge per jaar, Molse maat, uit een erfpacht van drie mudden rogge per jaar op een stuk land te Dessel op de Perlinck, palend oost aan Geert vanden Venne Henricxssone, west aan Willem Jonckers, zuid aan Adriaen Bossch en noord aan de kinderen van Jan Coppens.
Schepenen van de voogdij van Mol oorkonden dat Mariken Wilborts, wettige dochter van heer Henrick Wilborts, met haar momber Jannis Oems, bekent schuldig te zijn aan het godshuis van Postel een erfpacht van twee viertel rogge per jaar, Molse maat, uit een erfpacht van drie mudden rogge per jaar op een stuk land te Dessel op de Perlinck, palend oost aan Geert vanden Venne Henricxssone, west aan Willem Jonckers, zuid aan Adriaen Bossch en noord aan de kinderen van Jan Coppens.