Jan I, hertog van Brabant, oorkondt dat Nicholaus de Olmele, schildknaap, de tienden van Olmen en een hofstede (domistadium) aldaar, die hij in leen hield van de hertog en aan de abt en convent van Floreffe, ten behoeve van het godshuis van Postel wenste af te staan, aan hem heeft opgedragen, met uitzondering van de kleine tienden van een huis in Olmen, dat hij met zijn familie bewoont en waarvoor hij aan het godshuis van Postel een jaarlijkse erfcijns van een denier Leuvens zal betalen, waarna de hertog met instemming van zijn leenmannen die tienden en de hofstede overdraagt aan het godshuis van Postel voor 12 denieren klein Leuvens per jaar.
Jan I, hertog van Brabant, oorkondt dat Nicholaus de Olmele, schildknaap, de tienden van Olmen en een hofstede (domistadium) aldaar, die hij in leen hield van de hertog en aan de abt en convent van Floreffe, ten behoeve van het godshuis van Postel wenste af te staan, aan hem heeft opgedragen, met uitzondering van de kleine tienden van een huis in Olmen, dat hij met zijn familie bewoont en waarvoor hij aan het godshuis van Postel een jaarlijkse erfcijns van een denier Leuvens zal betalen, waarna de hertog met instemming van zijn leenmannen die tienden en de hofstede overdraagt aan het godshuis van Postel voor 12 denieren klein Leuvens per jaar.