Broeder R[enerus] en broeder Jo[hannes], provisoren van Postel, oorkonden dat Nicholaus dictus de Olmele, schildknaap, de overeenkomst hernieuwd heeft waarbij Postel aan hem een lijfrente van 30 ponden Leuvens verschuldigd is op het leven van Beatrix, kloosterzuster te Bilzen (Bilse) en van haar zuster Agnes, begijn, dochters van wijlen ridder Michael de Rothem, en dat hij voor schepenen, met name Johannes de Score en Godefridus de Deschele, Johannes Steps en de borgen Hermannus de Heide, Petrus de Zande, Thomas de Olme, Theodricus de Mere, Symon de Osst, Arnoldus de Olst en diens broer Walterus, in bijzijn van broeder Ewerardus, kanunnik van Averbode, pastoor van Balen (?), de pastoor van Olmen en anderen, met name Johannes de Ghore, Giselmannus de Deschele en Johannes de Hostaden, verklaard heeft dat na de dood van Beatrix achttien ponden aan het godshuis van Postel komen, en na de dood van Agnes de resterende twaalf ponden; voor hij die lijfrente kan opeisen, moet Nicholaus de bekrachtiging van deze overeenkomst door de oudste zoon van de hertog van Brabant overhandigen.
Broeder R[enerus] en broeder Jo[hannes], provisoren van Postel, oorkonden dat Nicholaus dictus de Olmele, schildknaap, de overeenkomst hernieuwd heeft waarbij Postel aan hem een lijfrente van 30 ponden Leuvens verschuldigd is op het leven van Beatrix, kloosterzuster te Bilzen (Bilse) en van haar zuster Agnes, begijn, dochters van wijlen ridder Michael de Rothem, en dat hij voor schepenen, met name Johannes de Score en Godefridus de Deschele, Johannes Steps en de borgen Hermannus de Heide, Petrus de Zande, Thomas de Olme, Theodricus de Mere, Symon de Osst, Arnoldus de Olst en diens broer Walterus, in bijzijn van broeder Ewerardus, kanunnik van Averbode, pastoor van Balen (?), de pastoor van Olmen en anderen, met name Johannes de Ghore, Giselmannus de Deschele en Johannes de Hostaden, verklaard heeft dat na de dood van Beatrix achttien ponden aan het godshuis van Postel komen, en na de dood van Agnes de resterende twaalf ponden; voor hij die lijfrente kan opeisen, moet Nicholaus de bekrachtiging van deze overeenkomst door de oudste zoon van de hertog van Brabant overhandigen.