Johannes Decani, abt van Floreffe, en prior, supprior en overige religieuzen van Floreffe en frater Henricus Boerten, religieus van Floreffe en meester en provisor van het gasthuis van Postel, maken bekend dat ze wegens armoede van het gasthuis verkocht hebben aan heer Arnoldus, abt van Tongerlo, en zijn klooster een jaarlijkse losbare cijns van 55 karolusgulden voor 1000 karolusgulden, met als onderpand alle tienden in Bergeijk die Postel toebehoren, en alle onroerende goederen van het godshuis.
Johannes Decani, abt van Floreffe, en prior, supprior en overige religieuzen van Floreffe en frater Henricus Boerten, religieus van Floreffe en meester en provisor van het gasthuis van Postel, maken bekend dat ze wegens armoede van het gasthuis verkocht hebben aan heer Arnoldus, abt van Tongerlo, en zijn klooster een jaarlijkse losbare cijns van 55 karolusgulden voor 1000 karolusgulden, met als onderpand alle tienden in Bergeijk die Postel toebehoren, en alle onroerende goederen van het godshuis.